‘maar waarom?’

“Maar waarom zaait ge daar geen schoon pelouzeke in de plaats? Dan hebt ge een grotere tuin. Ook veel minder werk aan en veel plezanter voor de kinderen” werd me wel al eens goedbedoeld gevraagd, alsof die gedachte nooit eerder bij mezelf opgekomen was.

Wel ten eerste, ik wil geen groter schoon pelouzeke. Mijn pelouzeke is groot genoeg. Je kan desgewenst met een hele hoop mensen in de tuin zitten zonder een benepen gevoel te hebben.
Ten tweede, de kinderen zijn meer geïnteresseerd in zitten klooien op elektronische schermpjes van elk mogelijk type en formaat, dan dat ze in de tuin zouden spelen. En ten derde: ik hou van mijn klein lochtingske.

Het is vroeger altijd een droom geweest om ‘later’ een lochtingske te hebben waar ik enige groensels en wat kruiden kan kweken, en waar ik een stuk of wat kiekens kan huisvesten. Budgettaire beperkingen noopten me toen tot het wonen in een beluikhuisje met een piepklein koertje, maar sedert 14 jaar is ‘later’ toch realiteit geworden. Heel erg groot en indrukwekkend moest het allemaal niet zijn, huis noch tuin, en dicht bij m’n werk is natuurlijk ook wel een pluspunt van jewelste. Mogelijkheid om vrouwlief en een koppel kinderen te huisvesten, op nog geen tien minuten met de fiets op het werk, en een bescheiden tuintje. Wat groenten en kruiden kunnen kweken, en nog voldoende plaats voor een kiekske of tien, kinderen niet inbegrepen. Ikke blij.

Ik ben altijd al zot geweest van plantjes en beestjes. Als kind bracht ik van elke boswandeling wel enkele eikels en kastanjes mee die ik dan thuis plantte, en bestudeerde ik zowat elk insect en ander ongedierte dat zich in m’n nabije perimeter waagde. Er staan in Gentbrugge nog steeds eiken die ik daar meer dan 40 jaar geleden liet ontkiemen. En wellicht kruipen daar ook nog nakomelingen rond van huisjesslakken waarvan ik de eitjes ooit in zo’n 2,5 liter ijskreemdoos van Ijsboerke liet uitkomen.
In de tuin bezig zijn brengt me sereniteit en rust. En ontzag voor en voeling met die wonderbaarlijke natuur. Zelfs het ontkiemen van het petieterigste zaadje boezemt me verwondering in. Ik kan ervan genieten om een zonnige namiddag op het gemak bezig te zijn in mijn klein lochtingske, en in de late namiddag het gedane werk en de groeiende planten te zitten overschouwen, onderwijl in het zonnetje slurpend van een frisse Duvel. Ik ben nog niet zeker wat m’n … euh … gewijzigde fysieke toestand al dan niet zal toelaten, maar ik maak me daar niet al te veel zorgen over. Het zal zeker allemaal wat minder snel gaan, maar ik heb meer tijd ter beschikking. En je kan het fysieke werk als onderdeel van de revalidatie beschouwen.

Het is ook kwee-nie-hoe plezant om maaltijden te eten met ingrediënten die ‘recht uit den hof’ komen. Een koude schotel met zes soorten groenten die je net uit je eigen tuin geplukt hebt, en met gekookte vers bij de kiekens geraapte eitjes: zalig toch?
En ja, het is gezond en beter voor het milieu en al, jaja dat ook.

Groeten,
Guy

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.