regen, virussen en toiletpapier

Het is me wat. In mijn lochtingske is het de laatste weken betrekkelijk rustig geweest, en niet alleen omdat er zo vroeg op het jaar niet bijzonder veel te doen is in de moestuin. Halverwege februari heb ik één rijtje voorgezaaide tuinbonen uitgeplant, en één rijtje mangetouts na een nachtje voorweken in de grond gepleurd. De behoorlijk uit de kluiten gewassen storm “Ciara” en haar broertje “Dennis” waren net over onze contreien gepasseerd, en ik dacht “héhé komt dat even goed uit, zo net op tijd om de tuinbonen te planten en de mangetouts te zaaien”.

De daarop volgende zondvloed maakte snel duidelijk dat mijn vreugde ietwat voorbarig was. Nu wil het geval dat mijn lochtingske nogal laag gelegen is, en vlak naast een stuk gracht dat aan beide kanten geenszins afwatert, wat maakt dat bij uitzonderlijk overvloedige regenval het water in die gracht even hoog komt te staan als mijn lochtingske, en soms nog nét een tikkeltje hoger. Dan wordt mijn lochtingske herschapen in een verzopen modderpoel, en staat de helft van de kiekenstuin onder water. Ideaal om pas gezaaide bonen te laten rotten. Het ergste kon ik vermijden door met een dompelpomp tienduizenden liter water weg te pompen naar de wat verderop gelegen en momenteel ongebruikte weide die nóg een ietsiepietsie lager ligt. In de kiekenskooi heb ik vijf zakken extra zand gekieperd zodat de beestjes min of mee droog tot bij hun voer zouden geraken.

Enfin, intussen is het allemaal weer onder controle. Deze week zag ik dat de mangetouts aan het uitkomen zijn, en ook de tuinbonen hebben al flink een groene kop boven de grond gestoken. Vandaag heb ik een tweede rijtje mangetouts gezaaid, alsmede wat radijzen en in de serre een toefje rucola, en wat sla in wc-rolletjes. Met de paprika’s en de pepers gaat alles voorspoedig, ik hoop van u hetzelfde, en ook de tomaten zijn intussen ontkiemd. Van de zondvloed heb ik gebruik gemaakt om in huis een defecte lamp om te bouwen tot een handige groeilamp, met behulp van een LED-strip.

Jazeker, het moestuinvirus heeft me weer flink te pakken. Het slaat steeds het hevigst toe in het prille voorjaar, wanneer het nog te vroeg is om in de moestuin te spelen maar je desalniettemin voortijdig staat te popelen. Door de surinfectie met het pepervirus begint dat zelfs al in januari.
Op dit ogenblik waart er evenwel ook nog een ander virus rond, waarvoor ik een pak méér op mijn hoede ben. Sedert vorige nacht is het hele land half stilgelegd om de verspreiding van COVID19 te beperken, beter gekend als ‘het Coronavirus’. Gisterenochtend was onze dochter van 12 zodanig euforisch door het nieuws dat ze de komende vijf weken niet naar school moet, dat ze het goede nieuws dolenthousiast in m’n oor kwam toeteren terwijl ik nog vredig lag te slapen, en het zelfs aan de échte kiekens is gaan vertellen.

coronavirus, een miljoen keer vergroot of zoiets

Tot licht ongenoegen van m’n immer bezorgde levenspartner verkeert mijn gemoedstoestand momenteel nog niet in een staat van opperste paniek, zelfs niet van middelgrote. Jazeker ik ben een risicopatiënt, en zo nog geen klein beetje ook, maar ik ben eerder van mening dat een dosis voorzichtigheid en rationele preventie voorlopig zouden moeten volstaan. Laat anderen elkaar maar de kop inslaan voor een twaalfde pak toiletpapier of voldoende pasta om een half jaar geconstipeerd te zijn. Ik blijf rustig thuis, en als ik toch buiten moet komen, om wat voor reden dan ook, reken ik wel op een busje ontsmettende handgel en m’n gebrek aan sociale vaardigheden.

Groeten,
Guy

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.