exit maart

Het is me wat met die maanden. Maart is nog niet helemaal gedaan en daar staat april al voor de deur. En de lente is begonnen. Maart was stormachtig begonnen, letterlijk dan, maar nadien kwam er weer een hele periode met mooi weer. En we hebben heel wat kunnen doen. Mijn klussenlijstje is heeltegans afgewerkt. Nestkastjes uitgekuist en opgehangen, uit de hand gelopen boompjes afgezaagd, een bijenhotel gemaakt, een hekje geschilderd, het opfrissen van het kiekenskot afgewerkt, een nieuwe compostbak gezet,… en nog enkele klussen in huis.

Alsook heb ik mijn klein lochtingske eens helemaal omgespit. Nu ben ik geen groot voorstander van spitten, maar het was echt wel eens nodig na het lochtingske enkele jaren niet verzorgd te hebben zoals ik wou. Blij was ik toen ik kweeniehoeveel vette regenwormen tegenkwam. Af en toe heb ik er eentje in de nieuwe compostbak gegooid of aan het kieken gegeven. Ik heb van de gelegenheid gebruik gemaakt om ook wat kalk en lavameel en zand met kiekenmest uit de kiekenskooi in te spitten. Jawel, lavameel.  Ik heb me laten verleiden om een zak van 25 kg lavameel te kopen. Dat is gewoon gemalen lava, maar als je weet dat lavagrond zowat de vruchtbaarste grond op deze aardbol is, tjokvol alle nodige mineralen voor planten, dan weet je dat het niet slecht kan zijn. Hier vind je wat informatie over dat hele lavagedoe:
https://biosolutions.bio/lavameel/

Ik heb in maart de voorgezaaide tuinbonen buiten uitgeplant, en sluimererwten en spinazie gezaaid. In de serre zijn er al enkele slaplantjes met wc-rolletje en al in grond gestoken. Die wc-rolletjes werken wel goed. En ze verteren gemakkelijk. Bij enkele sla-en tomatenplantjes groeiden er al worteltjes door het week geworden karton heen.

de eerste prille slaplantjes geplant
tomatenplantjes verspeend

In huis heb ik al wat peper, paprika en tomaten (eveneens met wc-rolletje of stukje eierdoos en al) in potjes verspeend. Volgend week komt er weer nachtvorst. Het is veel te vroeg om de potjes alvast naar de serre te verhuizen. Die kleine serre staat overigens al goed vol met andere, minder koudegevoelige brol.

de serre

De ‘kweek’vensterbank wordt trouwens ook nog steeds druk bezet. Wellicht pas in mei zal bijna alles naar buiten of naar de serre kunnen. Al ga ik zeker een peperplantje in huis proberen houden als kamerplant, en ook het citroengras, het avocadoplantje en minstens één mangoplantje blijven in een pot in huis.

Ook in april zal er weer van alles te doen zijn, maar de meeste klussen die ik (soms al een hele tijd) in mijn hoofd had, zijn gedaan.  Minder klussen dus, en meer zaaien en planten en onkruid wieden. Wellicht koop ik binnenkort terug nog een aantal kiekens bij. Het eenzame zwarte kiekske krijgt dan gezelschap, al ben ik er niet van overtuigd of dat kieken daar erg gelukkig mee zal zijn. Kiekens zijn doorgaans redelijk sociale dieren die graag in groep leven, maar dit kieken is altijd al een outsider geweest. Ze is een ferme broekschijter, en hield zich altijd liefst zo ver mogelijk van de andere kiekens. Het enige nog levende beestje is intussen zes of zeven jaar oud en legt nog geregeld een ei. Maar goed, het beestje krijgt gezelschap, of ze dat nu graag heeft of niet. Ik ben er nog niet helemaal uit hoeveel kiekens ik ga kopen. Ooit had ik tien kiekens, maar dat begon wat krap te worden in het kiekenskot. Op de stokken is er plaats voor een zestal kiekens om te slapen. Ik denk dat ik nog een stuk of vier nieuwe kiekens kopen.

Op 13 april zal ik precies zes maanden rondlopen met m’n nieuwe (nu ja…) longen. Tot hier toe gaat alles goed daarmee, eigenlijk steeds beter en beter. Ik stuur zeker een bedankbriefje naar m’n topdokter in het UZGent. Zij heeft niet alleen na jaren gesukkel een diagnose kunnen stellen, maar heeft me ook finaal op weg gezet naar de levensreddende longtransplantatie. M’n donor kan ik niet bedanken. Die had klaarblijkelijk minder geluk dan ik. Maar toch: Dank je, beste donor, jouw dood redde mijn leven, en mogelijks ook dat van anderen.
In theorie is in België iedereen donor tenzij je uitdrukkelijk verzet aantekent. In de praktijk is er vaak discussie met familieleden. Om zulke discussie te vermijden kan je je registreren als donor. Dat is heel eenvoudig en het kan meerdere mensen hun leven redden in het geval dat er jou iets overkomt.
Meer informatie hierover: https://www.vlaanderen.be/orgaandonatie

Ook al is er volstrekt niemand die deze schrijfsels leest (ik deel ze dan ook met niemand tenzij met het wereldwijde web😉), ik hou jullie zeker op de hoogte van mijn boeiende avonturen in april!

Groeten,
Guy

creatief met afval: muizenvallen

We kennen allemaal wel de klassieke muizenvallen: blokje kaas, spek, chocolade of pindakaas … muisje komt … KLAP … muisje dood. Of musje dood. Of pad of roodborstje dood. Of een kat of een egel met een gewonde snuit.

Dus zoek ik al een tijdje naar een plastieken bakje waarin ik gaatjes kan maken zodat de muizenval enkel toegankelijk is voor muizen. Maar die bakjes bleken telkens ofwel te groot, ofwel te laag. Tot… Weet je nog die actie van Delhaize die zoveel kritiek kreeg omdat ze als cadeaugadget bij aankoop een plastieken bouwblokje meegaven, op een plastieken schaaltje in een klein plastieken zakje?

Welnu, mijn moeder had zo’n hoop van die spullen gekregen (vloerstuk, deurtjes, raampjes en diverse blokjes) en vroeg me of ze onze kinderen daarmee een plezier kon doen. Yeah right, onze 11- en 13-jarige houden zich tegenwoordig niet meer bezig met plastieken prullen, laat staan bouwblokjes waarmee je bijna niks kan doen. Ze zijn veel liever bezig met elektronische schermen groot en klein. En op Lego passen die blokjes ook al niet. Een normaal mens zou die waardeloze rotzooi onmiddellijk in de vuilnisbak kieperen, edoch mijn immer creatieve geest zag onmiddellijk diverse mogelijkheden opborrelen. Ik heb er dan maar een muizenvalhuisje mee gemaakt. Precies groot genoeg voor een muizenval, hoog genoeg om het dichtklappen niet te hinderen, en de deurtjes kan je precies ver genoeg openen zodat enkel muizen erin kunnen. Bovendien blijft het aas droog door een stukje folie bovenaan tussen de blokjes te klemmen. En het ziet er nog grappig uit ook. De muizenval in het muizenvalhuisje is intussen voorzien van een stukje brood met pindakaas en staat op scherp.

Tegen de achtergevel van het huis is er nog een tweede verdedigingslinie. Als de muis niet kiest voor een snelle genadige dood, is er nog de chemische oorlogsvoering. Ik doe het echt niet graag, want ik weet dat het geen plezierige dood is voor die beestjes, en er is al genoeg giftige rotzooi in de wereld, Maar het is de allerlaatste verdedigingslinie, en eenmaal in de spouwmuur is het te laat. Ook al zijn alle open stootvoegen met metalen roostertjes beveiligd tegen indringing van muizen, we hebben er toch al in ons plafond gehad, waar ze veel te veel schade kunnen aanrichten, of zelfs brand kunnen veroorzaken door aan elektrische bekabeling te knabbelen. Ook daar stelde zich het probleem van zorgen dat andere dieren, zoals de egels die ’s nachts soms op het terras komen snuffelen, er niet aankunnen. Het gif zit in een plastieken bakje dat één van de kinderen ooit gevuld met snoepgoed gekregen had. Het snoepgoed is allang op, maar het stevige bakje heeft nu een tweede leven als muizenlokdoos. Het gif ligt veilig en droog, de gaten zijn klein genoeg om geen grotere dieren dan muizen door te laten, en door het vastgemaakte tussenschotje komt het zakje gif niet vlak voor de openingen te liggen mocht een doortastende egel of whatever het doosje te lijf gaan. Het is bevestigd op een stukje hout om het geheel wat gewicht te geven, zodat het niet wegwaait bij de eerste de beste harde wind.

Groeten,
Guy

Update 16/02/2020:
Het muizenvalhuisje was in het begin geen succes. Het aas verdween steeds, maar de muis ook, wat toch niet echt de bedoeling is. Ik kwam tot de conclusie dat het valletje iéts te stroef was, en een jonge muis weegt maar een gram of tien. Ik heb dan maar een nieuwe klapval gekocht. Als aas prikte ik een stukje okkernoot op het haakje, waarna in een weinig pindakaas op het nootje smeerde, en aan de ingang van het huisje. Op drie maanden tijd heb ik er nu al vier te grazen. De foto heb ik hieronder verstopt, wegens niet geschikt voor de gevoelige kijker. (😱 🔞 scroll ⬇️)



😱 🔞 ⬇️



😱 🔞 ⬇️



😱 🔞 ⬇️



😱 🔞 ⬇️



😱 🔞 ⬇️



😱 🔞 ⬇️



😱 🔞 ⬇️



😱 🔞 ⬇️



😱 🔞 ⬇️



😱 🔞 ⬇️



😱 🔞 ⬇️



😱 🔞 ⬇️

een proper rekske voor de oogst

Om de oogst van tomaten en zo properder in huis te kunnen leggen, maar ook in de winkel gekocht vers fruit of verse culinaire ingrediënten, heb ik een klein rekske gemaakt waar zes van die houten of kartonnen mandarijnenkistjes in kunnen. Normaal gezien probeer ik zoiets te doen met restjes ‘afval’hout. Ik had niet echter genoeg houten brol liggen om dat fatsoenlijk en enigszins toonbaar te kunnen maken, dus heb ik moeten investeren. Dat bleef evenwel beperkt tot 12,16 euro. Oef! (Gierig? Moi?) Verder had ik nog een weinig houtlijm en 24 kleine spijkertjes nodig. En een zaagskeuh en een hamertjeuh maar géén beiteltjeuh.
Het voordeel van iets zelf in in malkander te klooien, is dat je het precies op de gewenste maat kunt maken, in ons geval: netjes passend op de diepvriezer in het waskot, vóór ons bakske van de WIFI dat ook op die diepvriezer staat.

Update 22/11/19:
Ha! Gijlie dacht zeker dat dat om te lachen was, van die oogst van tomaten! Hier keihard bewijs!

foto van 10 september, toen het te regenachtig werd om de vleestomaten nog buiten aan de plant te laten hangen

compost en al

Niet zo heel erg lang geleden – de dieren konden allang niet meer praten – had ik nog een reguliere job. Ik was toen druk doende met facility management (‘de technische dienst’), en in die job kon ik de hand leggen op de mooiste houten wegwerppallets en had ik de beschikking over het beste instrumentarium om die pallets te ontleden tot hun primaire bestanddelen, zijnde stevige planken waarmee je allerlei leuke dingen kunt doen. Ik had daar destijds een stevige compostbak mee gemaakt. Met verluchtingsspleten, en onderaan een grote opening om de compost uit te halen, afgesloten met een stevige aluminium plaat met een handig handvat. Dat werkte vreselijk goed. Je kon daar alles inkappen, zonder al te veel rekening te houden met allerlei regeltjes, en op een paar maanden tijd was de hele teringzooi netjes gecomposteerd. Je leest maar al te vaak ‘en ge moogt dit er niet indoen, en dat ook niet, en si en la’ maar ik pleurde daar gewoon alles in, en toch leverde dat een vat met bovenin de verse rotzooi, in het midden een enorme bol van wel tienduizend miljard wormen, en onderaan uitstekende en lekker ruikende compost. Elk jaar haalde ik daar drie volle kruiwagens compost uit. Maar na een jaar of acht begon de hele reutemeteut in mekaar te stuiken. Zo rot als wat.  Het had nog lang geduurd. Spijtig dat ik er geen volledige foto van heb.

In die tijd zat ik al vaker ziek thuis dan ik op m’n werk was, maar had ik wel nog van m’n immer op fiscale voordeeltjes beluste werkgever een hoop ecocheques in huis. Daarmee moest ik binnen de week nog iets nuttigs aanvangen, op straffe van verval van de geldelijke waarde. Dus trok ik naar de plaatselijke Hubo met een boodschappenlijstje waarop tevens een compostvat vermeld stond. Maar wat een vreselijke brol was me dat toch allemaal. Een zelfbouwpakket met prullerige plastieken onderdelen die wegens onvolmaaktheden bij de productie amper fatsoenlijk in mekaar te krijgen waren. En onderwijl worstelde ik gedurig met die zuurstofslang in m’n bek en dat zuurstofmachientje aan een riem om m’n nek. Dat plastieken spel heeft nooit zo goed en zo snel gecomposteerd als m’n zelfgemaakte bak, met als gevolg dat die altijd vol zat en we er amper compost uitkregen. Dat we er weinig compost uitkregen had natuurlijk ook te maken met die belachelijk kleine openingen onderaan. Waar ik bij m’n ambachtelijke bak de compost er nog met een normale schop kon uitscheppen onderaan, moest ik nu met een speelgoedschepje een beetje compost trachten uitpeuteren door een kleine opening. Ochottekes drie emmertjes kreeg ik er dit jaar uit, in plaats van de traditionele drie kruiwagens.

Na het uitpeuteren van die drie emmertjes zat de compostbak dus nog steeds vol, met een gloednieuw lochtingseizoen voor de deur. Deze week heb ik na m’n revalidatiesessie in UZGent naar het nabijgelegen Ivago gereden, onze lieve intercommunale afvalbeheerder, om een extra compostvat te kopen, Amper 30 euro voor een stevige compostbak en 6 euro voor een beluchtingspook die eruit ziet als een onverwoestbaar middeleeuws aanvalswapen. De vlakbij gelegen Hubo heb ik ook nog eens gefrequenteerd om negen betonnen ‘voetpadtegels’ te kopen om m’n aanwinst op te plaatsen. (Wist je dat zo’n betontegel slechts één euro kost? Daarvoor kunt ge niet sukkelen, dacht ik zo.) Meteen een onderlaag van twijgjes en dunne takjes in het vat gekieperd, gevolgd door een lading keukenafval en wat plantaardige rotzooi die al een hele tijd in mijn klein lochtingske lag te wachten op een leuke compostbak die zich erover zou ontfermen. Alsook wat regenwormen en duizendpoten en pissebedden uit de kaduke compostbak gehaald om in de nieuwe compostbak te gooien. Zonder die afvalverwerkende fauna werkt een compostbak immers niet.

NB: Wat betreft die plantaardige rotzooi die al een tijdje op en hoopje lag te wachten: Onderaan dat hoopje lag een ruiker verwelkte snijbloemen. Gewoon een boeket van een bloemenwinkel. Dat lag daar al twee maanden onderaan dat hoopje. De hele ruiker lag daar echter nog steeds. Verwelkt, maar verder nog zo goed als intact. Ik heb geen idee met welke giftige rotzooi die bloemen zoal bespoten werden waardoor ze niet vergaan, maar ik dacht dat het geen goed idee was om m’n compostbak te beginnen vullen met iets dat eerder bij chemisch afval thuishoort dan in een compostbak.

Groeten,
Guy

PS Uiteindelijk heb ik dat prulcompostvat ook vervangen door zo’n exemplaar van Ivago. Het was helemaal kromgetrokken door het gewicht van de inhoud, en err zaten rattengaten in.

revalidatie alom

Het is dus de bedoeling dat ik mezelf drie keer in de week naar het plaatselijke UZ begeef, om me aldaar telkenmale anderhalf uur over te leveren aan de grillen van een hoop kinesisten en ergotherapeuten, en dit tot zes maanden na de longtransplantatie. Ik ga slechts twee keer in de week, wat in de praktijk vaak neerkomt op één keer in de week. Want druk-druk-druk en al. Zeker toen februari 2019 de allures kreeg van een lentemaand die al behoorlijk veel zin had in de zomer. Ik heb alle klussen kunnen doen die ik hoopte te kunnen doen in februari. De kiekenskooi aanpakken en upgraden, graven en beton kappen tegen rattengespuis, geboompte te lijf gaan met een kettingzaag en reduceren tot stoofhout, mijn kleine serre weer helemaal klaar maken, en nog een heleboel klussen waarvoor ik de laatste jaren niet meer de kracht en de mogelijkheid had. ‘Zolang we maar gezond zijn’ en zo. Terwijl ik dan naarstig in den hof bezig was, heb ik enkele keren gebrost voor de revalidatiesessie, foei foei nog eens aan toe. Maar kom, met zakken van 25 kg zand en cement rondhossen en zagen en kappen en graven en doen is revalidatie genoeg, dacht ik in al mijn passieve agressiviteit en medische onwetendheid. En als ik wél naar de revalidatie ging, was ik soms gewoon al te moe en mijn spieren te verzuurd om mijn revalidatieoefeningen nog goed te kunnen doen.


Anyway, de laatste driemaandelijkse inspanningstesten in het UZ-Gent waren best ok. Op de quadriceps na, waren alle resultaten beter dan ze de laatste drie jaar geweest zijn. De revalidatie werkt, niet alleen om aan te sterken na een periode van invaliditeit en een heel zware operatie, maar ook om de neveneffecten van de medicatie tegen afstoting te compenseren. Die medicatie vreet een mens z’n spieren zo ongeveer op.

In dat heerlijke laatste weekend van februari heb ik de eerste vlinders van het jaar gespot (twee citroenvlinders), en ook voor het eerst terug een bescheiden eindje op straat gefietst. En twee dagen later naar de tramhalte gefietst en een tram genomen naar de stad om daar nog een stuk te wandelen tot aan het stadhuis, voor de verrassingsafscheidsdrink die de collega’s van vrouwlief voor haar georganiseerd hadden.

citroenvlinder (foto van lhttp://www.hoogsteen.nl)

Februari was al bij al fysiek een zware maand voor mij, maar behoorlijk productief en o zo belangrijk, een keerpunt in mijn leven eigenlijk. Laat de rest van mijn leven maar komen, ik ben er fokking klaar voor.

Intussen is maart begonnen vol wind en regen. Hier en daar kan ik tussen twee buien door nog één en ander doen, maar ik ben zo content dat ik in februari al zoveel kon doen. En gewoon content zijn, het maakt niet eens uit met wat, dat is volgens mij het beste wat het leven te bieden heeft. Joehoe!

Groeten,
Guy


tekening van citroenvlinder, Pieter Holsteyn, ca. midden 17de eeuw (foto https://data.collectienederland.nl )