komkommer (Cucumis Sativus)

De komkommers vliegen ons weer rond de oren. De komkommer is in de zomer een vaste gast in m’n kleine serre. Geen enkele groente zegt meer “hehe, het is zomer!” dan zo’n sappige komkommer. Jarenlang kocht ik in de maand mei twee komkommerplantjes bij een lokale neringdoener. Heel gemakkelijk: thuis in de grond steken, water geven, en wachten tot er komkommers aan groeien. Dit jaar heb ik voor het eerst zelf komkommers gezaaid. De eerste zaailingen werden naar het komkommerhiernamaals verwezen door een vraatzuchtige slak, mogelijks geholpen door medeplichtige soortgenoten, maar in de tweede helft van mei heb ik tenslotte twee exemplaren uitgeplant in de serre. Ik zet er steeds twee in m’n serre, want je weet maar nooit dat één plant niet goed gedijt. (Eénmaal heb ik het meegemaakt dat één van de twee planten verkommerde, verpieterde en verschoeperde en zo goed als geen vruchten voortbracht.)  In mei had ik nu evenwel vijf stevige en gezonde zaailingen, en aangezien het een variëteit betreft die ook voor buitenteelt geschikt is, heb ik ze maar naast de augurken gezet.  (Eén exemplaar heb ik aan m’n schoonvader gegeven) Gevolg is dat we nu overspoeld worden door komkommers. Ik heb er vandaag zelfs in de spaghettisaus gedraaid. Heel erg lekkere spaghettisaus was dat trouwens, met verse tomaten, paprika, peper en een verse kruiden uit ‘den hof’. Niks tomatenpuree uit blik. De komkommers die zich het best verstoppen tussen het gebladerte en die ik pas ontdek wanneer ze te groot zijn en vol pitjes zitten, gaan naar de kippen.

Intussen lijkt qua zomer het vet een beetje van de soep te zijn. Nu de hoogste temperaturen wellicht achter de rug zijn, en er weer wat nattigheid uit de lucht valt, was het tijd om terug aan het zaaien te slaan. Er was immers wat plaats vrij waar eerder de tuinbonen, de mangetouts en de aardappel stonden. Ik schreef  aardappel in het enkelvoud omdat ik één enkele patat gepoot had. Ik was geenszins van plan om dat te doen. M’n eerste pogingen om patatten te laten groeien in m’n klein lochtingske, inmiddels meer dan tien jaar geleden, waren geen groot succes. Nadien heb ik het niet meer geprobeerd.  Op een goede dag, ergens in april 2020, troffen we tussen onze voor culinaire doeleinden aangekochte patatten een exemplaar aan met zoveel uitlopende ogen dat het ietwat ontmoedigend was om aan het schillen te beginnen. Dus heb ik die, lui als ik ben, opzij gelegd en later gewoon in de grond gestoken. Nu moet ik zeggen dat die patat zich daar zo te zien bijzonder in z’n nopjes voelde, en ons voorzien heeft van een flinke portie mooie grote aardappelen. Soms loont luiheid.

Op het vrijgekomen plekje van de patat heb ik rucola gezaaid, en op de andere plaatsen sla, radijzen en Chinese kool. Maar over komkommers dus. De planten in de serre groeien nogal weelderig. Ik had er enkel een stok naast gezet, maar de planten groeien zo uitbundig dat een bamboestok te beperkte klimmogelijkheden biedt. De stengels vallen naar beneden of klampen zich vast aan naburige tomatenplanten. Ik bind ze hier en daar wel op met wat touw, maar volgend jaar ga ik daar iets beters voor verzinnen, een soort klimrekje of zo.

Foto’s 2020:

Groeten,
Guy

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.