creatief met afval: een miniserre

Ik vermeldde vorige keer dat er vanalles aan de hand is in onze badkamer. Die was hoognodig aan een renovatie/update toe, en Poolse vaklui zijn er druk in de weer met gyproc en wandtegels. Dat heeft geen hol met het moestuingebeuren te maken, maar het is wel een brug naar een nieuw item in de reeks “creatief met afval”.

Voorafgaandelijk haalde ik alles uit de badkamer weg wat los zat, en ook alles wat vast zat. Nu ben ik van het type “geef me een hoop rotzooi en ik probeer er iets mee te maken” – er bestaat vast een wetenschappelijke psychologische term voor. En nu zat ik met onder meer een oud douchescherm, een groot en stevig wegwerppallet waarin de nieuwe doucheplaat veilig verpakt zat, en een stukje golfplaat dat ik voor de buurvrouw wel naar het containerpark zou brengen ‘want we moesten toch gaan’. Afbraak van de oude badkamer voorzag me ook van een hoop schroeven en hoekprofieltjes. Wat gezaag, geboor, gevijs en enkele uren later had ik een kleine minikas gemaakt. Het lijkt me ideaal om in huis opgekweekte zaailingen in het voorjaar buiten te zetten, ook wanneer het daar misschien nog een tikkeltje te koud voor is, en om in huis voorgezaaid plantgoed te laten ‘afharden’, zoals dat heet. Voor alle zekerheid is het bovenste gedeelte gemakkelijk van de houten onderkant afneembaar, zodat ik het desgewenst ook op volle grond kan gebruiken.

Eigenlijk is mijn ‘grotere’ serre, die ik overigens toch maar beter ‘mijn kleine serre’ noem, vooral wegens de afmetingen, ook volledig opgetrokken uit afvalmateriaal. Toen ik – meer dan 15 jaar geleden – op het werk enkele ramen van het bedrijfsgebouw liet vervangen, zag ik daar mogelijkheden in, temeer daar ik eerder ook al beslag kon leggen op de dubbelwandige polycarbonaatplaten van de pas afgebroken veranda van de buren. Ik vroeg aan de installateur om enkele van de uitgebroken ramen aan m’n woning af te zetten. Met metalen profielen en wat hulp van een vriend schroefde ik de zware ramen aan mekaar vast. Met de polycarbonaatplaten maakte ik het dak. Eén raam had gebroken glas. Dat glas haalde ik eruit, en verving het door een stuk polycarbonaatplaat. Dat raam werd de lichte en gemakkelijk hanteerbare deur.

Van enkele ramen was het draai- en kipmechanisme defect – maar niet alle ramen hoefden open te kunnen, als ik er maar enkele in de kipstand kon zetten. Eén raam had ook last van condensatie tussen de beide glasplaten van het dubbel glas. Er was natuurlijk een reden waarom die ramen vervangen werden. De serre was niet erg groot maar wel nagenoeg gratis. De kosten bleven beperkt tot wat beton om een weinig fundering te hebben, en een zakje van die afdekbare schroeven om het dak te bevestigen (het restant daarvan kon ik nu gebruiken voor m’n miniserre)

Nu is het me niet enkel om de geldbesparing te doen, althans dat tracht ik mezelf wijs te maken, maar ook om het feit dat afval niet steeds afval hoeft te zijn. Er worden voortdurend onvoorstelbare hoeveelheden perfect bruikbare spullen weggegooid om te verbranden en te storten, en tegelijkertijd blijven de productiemachines overal op de wereld draaien om nieuwe spullen te produceren die je ook met dat weggegooid spul zou kunnen maken.

Want de economie moet eeuwig blijven groeien, hoger dan de hemel, to infinity and beyond! Dat maakt me soms een klein beetje boos, en al zal ik de wereld niet redden met mijn gebricoleer met afval, het zal toch weer iéts minder mijn schuld zijn als de wereld naar de kloten gaat.

Groeten,
Guy


Toevoeging 01/10/2020:
Terwijl de basilicumplantjes buiten verpieteren door het aanhoudende koude, natte en donkere weer, doen die in m’n nieuwe bak het uitstekend:

Een gedachte over “creatief met afval: een miniserre

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.