2020

Het jaar 2020. We zijn reeds 20 jaar voorbij het magische jaar 2000, het jaar dat in mijn kinderjaren stond voor de verre toekomst. Het jaar waarin de wetenschap en de vooruitgang honger en armoede uit de wereld geholpen zouden hebben, waarin asbest alles brandveilig zou gemaakt hebben, waarin we allen zouden rondzoeven in vliegende wagens op atoomkracht, de wonderbaarlijke energiebron die de menselijke beschaving tot ongekende hoogtes zou tillen. Een onuitputtelijke energiebron die ook wel goed van pas zou komen bij de nieuwe ijstijd die er misschien wel zat aan te komen. Het draaide ietwat anders uit. We zitten reeds een volle twintig jaar in die toekomst, maar de mensheid maakt er nog steeds een onwaarschijnlijke rotzooi van. Don’t get me started over ijstijden of atoomkracht. Het was zelfs niet zeker of we de millenniumbug goed zouden doorstaan, laat staan de koude oorlog, met al onze wetenschap en vooruitgang.

Voor mij persoonlijk was 2019 in ieder geval een jaar van enorme vooruitgang. In 2018 was het nog geen uitgemaakte zaak of ik 2019 zou halen, maar hupla, een nieuw stel longen, en hier zitten we dan. In 2019 ben ik weliswaar tientallen keren naar een ziekenhuis gegaan, maar geen enkele keer was dat niet voor geplande controle of revalidatie. Ik ben geen enkele keer ziek geweest. Vreemd hoe snel een mens dat terug de normaalste zaak van de wereld vindt. De menselijke geest is een wonderlijk iets. Ik neem nog steeds een gigantische hoop medicijnen, op dit ogenblik 118 pilletjes per week. Wanneer je zo’n hele apotheek moet innemen, blijf je natuurlijk niet vrij van enige (momenteel gelukkig eerder beperkte) bijwerkingen. Maar hey, hoor je mij klagen?

Min werkgever (ja, ik heb nog steeds een werkgever) zit niet echt te wachten op mijn terugkeer. Ik vernam dat er in 2020 flink bespaard moet worden. De kans dat ze me opnieuw een loon willen uitbetalen om… ja, om wat eigenlijk te gaan doen? Mijn job is in stukjes gehakt en onder een zevental mensen verdeeld. Ik zou ook fysiek en mentaal bijlange nog geen volwaardige job aankunnen, vrees ik. Voorlopig blijven we maar rustig in de hangmat van de sociale zekerheid liggen. Thuis blijf ik wel bezig met allerlei klusjes en huishoudelijk gedoe, ik heb me nog geen seconde verveeld.

Eén van die klusjes die ik deze week deed, betrof het comfortabeler maken van de hometrainer. Ik wil echt wel opnieuw gemakkelijker korte afstanden kunnen fietsen. Tot aan de bakker, de plaatselijke supermarkt of de halte van tram 20 in Zwijnaarde geraak ik wel, maar het is vrij zwaar en er mag geen al te sterke tegenwind staan of ik geraak niet vooruit. Het ontbreekt me gewoon nog aan spierkracht. Tijdens het ter plaatse trappelen beluister ik graag muziek via de tablet, of gebeurlijk eens een podcast. En zo leek een houdertje voor een tablet aan het stuur van de nepfiets wel een goed idee. Ik moest immers altijd stoppen om een muziekje te zoeken of een reclame boodschap op Youtube te skippen. Ach, het stelt niet veel voor, maar een mens is er toch een tijdje zoet mee. Zoals vaak is denken over hoe je het gaat doen, met zoveel mogelijk gebruikmaking van brol die in het tuinhuis stof ligt te vergaren, al de helft van het werk. Ik diende enkel de beugeltjes te kopen.

Het is vandaag al bijna eind januari, dus we zijn ook al volop bezig met de nieuwe peperplantjes, in kweekbakjes die zelf ook een leutig werkje waren. Alsook heb ik nog een peperplant van vorig seizoen, die in huis overwinterde. In november begon die plots te bloeien en heb ik alle bloeiende takjes weggesnoeid. De laatste rode pepertjes plukte ik in december, waarna ik de plant verder insnoeide. Het plantje ziet er goed uit. Ik ben benieuwd wat dit in 2020 zal geven.

Groeten
Guy

creatief met afval: plantenbakken

Ik had nog een aantal onderwerpen in gedachten om een klein stukje over te maken. Eén daarvan ging over enkele plantenbakken die ik gemaakt heb om op het terras te zetten. Eigenlijk valt daar niet erg veel over te zeggen of schrijven, maar dat heeft me nooit eerder tegengehouden.

Ergens in 2018 hebben we de oude tuinhuisjes vervangen door nieuwe. De oude waren erg goedkope spullen uit een lokale doe-het-zelf zaak. In dit geval betekende goedkoop wel degelijk ‘goedkope brol’, maar de budgettaire beperkingen waren destijds van die aard dat er weinig anders opzat. Ik heb deze destijds samen met mijn vader in mekaar gestoken. De fysieke toestand van ons beiden liet zulks nog toe, toen. Ik vermoed dat dit soort knutselwerk nu, meer dan vijftien jaar en niet onaanzienlijke gezondheidstrubbels later, een zware dobber zou zijn, voor ons allebei. Het waren dus twee goedkope tuinhuisjes, één voor de gebruikelijke tuinhuisbrol en een ander voor kruiwagen en fietsen en dergelijk groot spul. Ze hebben trouw dienst gedaan, zonder twijfel, maar het hout was van bedroevende kwaliteit en na al die jaren was het rot. Het aantal fietsen, en de grootte daarvan, was in die jaren ook toegenomen. Na een hoop intensief van-de-stoel-geval wegens hoeveel zoiets in hemelsnaam wel kost wanneer je het door vaklui laat uitvoeren, en met degelijke materialen, werd hier dus een tuinhuis annex fietsenstalling gebouwd, met één of andere hoogwaardige houtsoort waarvan de naam me nu even ontglipt. (Snel opgezocht: de houtsoort heet padoek. Zeer hard hout, en knaloranje wanneer vers – het wordt gelukkig wel erg snel mooi bruin.)


Het resultaat is geslaagd, al waren er enkele praktische ongemakken doordat ik tijdens de werken weer eens een week of twee in het ziekenhuis opgenomen was. Toen ik uit het ziekenhuis ontslagen werd, waren ze net klaar. Ik kon hierdoor de resten van dat hardhout veiligstellen, en eerlijk gezegd, ik heb misschien iets meer opzijgelegd dan er met zekerheid restjes waren.

Hoe dan ook, na de werkzaamheden had ik enkele mooie resten hardhout. Wat ik al langer had, was het voornemen om voor enkele grotere plantenpotten te zorgen op het terras, om het zonnige gedeelte van het terras te kunnen gebruiken om kruiden en/of extra tomatenplanten te kunnen plaatsen. Dus begon ik maar na te denken en te meten en te schetsen, en uiteindelijk te knutselen. De bakken moesten gemakkelijk verplaatsbaar zijn, een waterdoorlatende onderkant hebben, maar toch gesloten genoeg zijn om aarde en wortels binnen de bak te houden. En uiteraard mocht het allemaal weer niet te veel kosten. Enfin, onderstaande foto’s maken wel duidelijk hoe ik de bakken gemaakt heb. Misschien kan het iemand inspireren

Voor de bodem van de bakken kocht ik deze, om een voldoende waterdoorlatende en vochtbestendige bodem te hebben. Al de rest is gerecupereerd materiaal.
De bodem moet hier nog afgedekt worden met een stuk worteldoek.
De wieltjes onder de bakken komen van drie zulke ongebruikte plantenrollers die ik nog had.
Met de bankirai vloerplanken van de fietsenberging kon ik nog een extra bak maken.
Dit is een vreselijk lelijke plastieken plantenbak die ik gepimpt heb door er de laatste restjes hardhout tegen te schroeven.

Groeten,
Guy

mega-super-de-luxe kweekbakjes

Ik had het al eens vermeld in m’n voorlaatste stukje, maar ik heb dus nieuwe kweekbakjes. Het stelt allemaal niet veel voor, maar ik heb toch iets in mekaar geknutseld dat hopelijk properder en efficiënter zal zijn dan het geklooi van vorig jaar. Ik had al even uitgekeken om een bescheiden propagator te kopen, maar dat bleek allemaal spul te zijn dat ik eigenlijk evengoed zelf in mekaar kon flansen, veel goedkoper, met gebruikmaking van spul dat ik toch al heb.

Vorig jaar zaaide ik de zaadjes van peper, paprika en tomaten in plastieken spulletjes bovenop de radiator. Erg warm warm overdag, maar slechts een graad of vijftien op een koude ochtend. Het werkte best goed, en de meeste zaadje ontkiemden binnen de één à twee weken, maar dat moest toch op een meer gecontroleerde manier kunnen zonder onnozele kosten te doen. Uiteindelijk kan je in de maand mei degelijke tomatenplantjes aan nog geen anderhalve euro per stuk kopen.
Ik vond twee kleine opbergboxen met deksel, van transparant plastiek, die ooit voor weet-ik-veel-wat dienden. Ik had nog wel ergens een temperatuurcontroller liggen, en ik wou ook wel wat experimenteren met LED’jes.

Wat kocht ik nieuw? LED’jes had ik al eerder gekocht had, onder andere voor een upgrade van m’n insectenval. Ik vond op het WWW ook twee kleine verwarmingselementjes die vooral bedoeld zijn als warmtebron in terraria en zo. Het is eigenlijk belachelijk hoe goedkoop sommige spullen ‘made in China’ zijn.

Die temperatuurcontroller had ik ooit uit één of ander afgedankt apparaat op het werk gesloopt, en had ik eerder in een bakje met een contactor en een stopcontact gemonteerd. (Ik heb dit jaren geleden gebruikt om een oude elektrische olieradiator met defecte thermostaat aan te sturen, toen ik mijn huisje begon bewoonbaar te maken, en ik – in die periode als vrijgezel – in koude wintermaanden soms in dat huisje bleef overnachten) Dit kon perfect dienen als temperatuurcontrole en extra veiligheid. Niet dat het te verwachten viel dat de temperatuur met die lichte verwarmingsmatjes met een elektrisch vermogen van ochottekes 7 Watt geweldig de pan zou uitswingen, maar toch.

Dit is dus het resultaat. Ik hoop dat in het ontkiembakje een temperatuur van 30°C zal bereikt worden (de ideale kiemtemperatuur van peperzaadjes is 25 à 30°C), maar een gulle 28 à 29°C zou ook al ruimschoots volstaan.

Het tweede bakje is eveneens voorzien van een beetje verwarming, maar ook van een poging om extra licht te voorzien, bestaande uit LED’jes met de kleuren infrarood, rood, blauw en ultraviolet, alsook een aantal witte LEDs. De dagen zijn in de maanden januari en februari immers nogal kort om tropische planjes tevreden te stellen. Deze verlichting wordt elektrisch gevoed met de 12VDC van een defecte tv-decoder. De decoder werd teruggestuurd naar Proximus, maar de netstroomadapter heb ik wijselijk voor mezelf gehouden. (Een ‘milde anarchist’ noemde een jurylid me ooit, na een spreekbeurt die deel uitmaakte van een sollicitatieprocedure bij het provinciebestuur Oost-Vlaanderen, voor een functie als ‘wetenschappelijk medewerker geluid’. Wellicht had ik even weinig kans gemaakt op deze job, als ik niét geantwoord had ‘Wel, da’s beter dan een WILDE anarchist zeker?’ Maar dit volkomen terzijde.) Die regelbare labovoeding op de foto diende maar om het eens uit te testen, in afwachting van het ter beschikking komen van dit alternatief.

En of dit allemaal zal werken zoals verhoopt? Weet ik veel. Ik ben geen helderziende; en ik zit maar wat amateuristisch te klooien. Ik zal het in ieder geval laten weten.

Nog enkele details – boeieeeuh!:

Groeten,
Guy

Toevoeging 11/02/2020:
Zoals je op de laatste foto kon zien, steekt in elk wc-rolletje een klein label met vermelding van welk plantje het is. Dat zijn kleine kabelbindertjes (‘tie wraps’). Ik had er daarvan nog een klein aantal met zo’n handig labeltje waarop je iets kan schrijven. Aangezien dat wel handig bleek te zijn hiervoor, heb ik maar een extra voorraadje ingeslagen. Dat kan je spotgoedkoop op de kop tikken. Ik vond ze voor een kleine tien euro voor 200 stuks, incl. levering.


Update 28/03/2020:
Na twee en een halve maand onafgebroken in gebruik te zijn, is er een klein probleempje opgedoken in m’n ontkiembakje, en het was eigenlijk te verwachten. De combinatie hoge temperatuur en luchtvochtigheid van 100% zorgden voor schimmel. De wc-rolletjes beschimmelde opeens snel en er hing een muffe geur. Dan maar de hele boel eens goed gereinigd en van verluchting voorzien:

nachtelijke bezoekers

Achter de kippenren is er een terrein met een bosje, en dat maakt deel uit van een strook natuur tussen onze straat en de snelweg enkele honderden meters verderop. Een groot deel van dit stuk groen is moeilijk toegankelijk. Het lijdt geen twijfel dat dit een ideaal schuiloord is voor allerlei dieren. We hebben hier al vanalles zien passeren: ratten, egels, vossen, een eekhoorn, soms een konijn, en zelfs af en toe een verdwaalde ree. Er werden vrij recent ook steenmarters gesignaleerd in Zwijnaarde.
Nu zou ik graag eens weten welke dieren zoal ’s nachts in onze achtertuin komen fourageren. Uit ervaring weten we reeds dat vossen onze kiekens komen pakken, wanneer we het luikje van de kiekenskooi ’s avonds niet sluiten. Maar welke andere fauna loopt daar nog allemaal rond, al dan niet geïnteresseerd in vers pluimvee? Om dat uit te zoeken, heb ik een wildcamera gekocht. Dat is zo’n camera die dag en nacht rondlopend wild kan fotograferen of filmen, ook wel een ‘cameraval’ genoemd.

Ik maakte eerst enig huiswerk, en daaruit bleek dat je best niet de allergoedkoopste koopt – ze verkopen zulke apparaatjes ook soms in ‘den Aldi’ – maar dat het voor hobbygebruik ook niet nodig is om een duur model te kopen. Ik liet me door het WWW wijsmaken dat deze een uitstekende koop zou zijn:

Of dat waar is, zullen we mettertijd wel ondervinden. Het ding heeft een aantal interessante instelmogelijkheden (foto/film, instelbare vertraging, aantal foto’s per ‘burst’, instelbare resolutie). De eerste testen zijn alvast erg positief.
Bij wijze van test heb ik het al eens een nachtje in de buurt van het kippenhok gezet, en meteen al prijs! Er is een op het eerste gezicht vreemdsoortig wezen gefotografeerd.

Helaas staat enkel het achterste van dat dier erop, en op een andere foto precies een deel van de snuit. Je zou denken ‘Maar dat is het gat van een varken!’ Wanneer ik de afmetingen echter schat aan de hand van de stapel dakpannen links en de opschietende takken rechts, moet het beest iets van een 15 à 20 cm hoog zijn. Een mini-nachtvarkentje dus. Op Twitter wist men mij te melden dat het mogelijks een das was. Of gewoon een poes. Ik heb de instellingen van het apparaat wat aangepast: een burst van drie foto’s met een tussenpauze van 10 seconden in plaats van 30 seconden. (Zulke tussenpauze is wenselijk om het SD-geheugenkaartje niet meteen tjokvol foto’s te zetten bij valse detectie of een stel actieve muizen.)
Wanneer het dier nog eens op bezoek komt, hoop ik betere foto’s te hebben.

Daarnet heb ik een klein statiefje gemaakt om het toestel stevig en proper op de grond te kunnen plaatsen. Een op twintig minuten in mekaar gevezen ding met wat restjes geschikt hout en een stevig stuk staaldraad dat ooit het hengsel van een emmer was. Het valt dus ook een beetje in de categorie ‘creatief met afval’. Ik denk dat het wel volstaat om het stevig en proper op een eventueel modderige ondergrond of in gras te kunnen zetten.

De foto’s van toekomstige nachtelijke bezoekers zal ik steeds hieronder plaatsen.

Groeten,
Guy


27/01/20:
Vanochtend vond ik op de camera beelden van een damhert, dat achteloos voorbijwandelt.

Het valt op dat het gras en de poten van het dier goed belicht zijn, maar de kop helemaal niet. De camera stond op de grond, en dat blijkt niet ideaal te zijn. Ik heb een statiefje gemaakt zodat ik de camera tot meer dan een meter hoog kan plaatsen. Desgewenst kan ik het ding ook op de gewenste hoogte aan ‘den draad’ hangen. De bevestiging van het toestel gebeurt eveneens eenvoudig door het over de staaldraad (afkomstig van dezelfde kapotte emmer) te schuiven. Terwijl we toch bezig waren met stukjes hout te zagen, heb ik ook het ‘grondstatief’ van een steviger afdakje voorzien.

intussen ook bevestiging dat je inderdaad beter niet de hele goedkope ‘van den Aldi’ koopt

Ratten en katten:
Er is wellicht onlangs een nest ratten uitgekomen in de buurt, en dat heeft al een heleboel beelden opgeleverd. Eveneens van diverse katten die interesse komen vertonen. Omdat een rat een rat is, en een kat een kat, en ik véél foto’s heb van die beesten, zal ik me beperken tot een selectie.

Koolmeesjes:
De camera kan ook dienen om bedrijvigheid aan nestkastjes te monitoren.

11/04/2020:
Met de ratten was het de voorbije weken wat stilletjes. Nog een heleboel katten passeerden de revue, maar die ga ik hier niet allemaal plaatsen. Gisteren waren er wel twee damherten op bezoek. Helaas stond de camera weer op de grond, om zoogdieren van een ietwat kleiner formaat te capteren.

28/07/2020:
De voorbij maanden zijn er nog een aantal nachtelijke bezoekers opgedoken. Natuurlijk komen die dieren niet netjes poseren voor de camera, en zijn ze vaak onduidelijk op de achtergrond te zien. Of ze staan gewoon helemaal niet op de foto of het filmpje, of enkel met hun achterkant, omdat de camera minstens een halve seconde tijd nodig heeft om te reageren. Te herkennen: egel, (steen?)marter en vos.

13/02/2021:
Vorige nacht was de camera nog gericht op enkele korsten oud brood die ik daar voor de vogels gegooid had. Die korsten waren deels blijven liggen, en zo kreeg ik eindelijk eens mooie beelden van deze bezoekers die hier ’s nachts vaak passeren:

Voor wie zelf ook zo’n toestel wil kopen, nog de volgende tip:
Intussen is dit soort apparaatjes flink goedkoper geworden. M’n exemplaar geeft een lichte rode gloed bij het maken van nachtelijke beelden. Sommige dieren kunnen daarvan opschrikken. Nu koop je voor dezelfde prijs al een zogenaamd “no glow” toestel, wat toch te prefereren is. Ook de reactietijd is bij nieuwe toestellen in die prijsklasse vaak al een stuk beter. Hoe langer de reactietijd, hoe groter de kans dat de vogel gaan vliegen is vóór het apparaat een foto kon nemen.

bricoleren

Vorig jaar begon ik voor het eerst met peper, paprika, tomaten en ander spul zelf vroeg in het jaar voor te zaaien, en daartoe gebruikte ik allerlei afvalspul om dit zo goedkoop mogelijk te doen, en nog liefst van al zo gratis mogelijk. Noem het ecologisch bewustzijn, creatief met afval, of voor mijn part ordinaire gierigheid. Ik, van mijn kant, hou het liever op een combinatie van de drie, al is het ook een beetje een sport. Wanneer ik materiaal, dat door mentaal gezonde mensen doorgaans zonder veel omhaal in de vuilbak gekieperd wordt, gebruik als alternatief voor iets wat je voor een halve appel en geen enkel ei kan kopen in iedere doe-het-zelf zaak of plaatselijk tuincentrum, dan voelt dit ook een beetje aan als een minieme doch lovenswaardige overwinning op de meedogenloze wegwerpmaatschappij en bij uitbreiding op diens kapitalistische uitwassen. Van dit soort zelfoverschattende overdrijvingen is nog nooit iemand doodgegaan, vermoed ik. Maar goed, zoals je kan nagaan in “plastieken brol” had ik een hele mikmak van plastieken potjes, wc-rolletjes en andere potentieel nuttige voorwerpjes verzameld, teneinde daarin zaadjes tot ontkieming te brengen.

Dat werkte allemaal wel, en zoals wel vaker het geval is: het ene al beter dan het andere. Op een jaar tijd ziet een gemiddeld huisgezin echter veel meer plastiekafval passeren dan goed is om lang bij stil te staan, en dienen talrijke mogelijkheden zich aan om de verzameling potjes te upgraden tot een coherenter en tevens praktischer geheel. Ik wil enkel de zaaibakjes overhouden die hoog genoeg, stevig genoeg, en goed stapelbaar zijn, en dus hield ik even kuis. Het toeval wou dat precies in die week de PMD-ophaling de P+MD-ophaling werd, en mochten er meer soorten potjes en folie ter recyclage aangeboden dan voorheen. Bijgevolg kon ik met een gerust gemoed een heleboel voormalige kweekpotjes weggooien.

Wat me vorig seizoen geregeld ambeteerde, was dat ik geen fatsoenlijke voorziening had om teelaarde in de wc-rolletjes te doen, de wc-rolletje-zaaisels te verspenen in een klein potje, en voor andere gelijkaardige bezigheden. Telkens zat ik gehurkt in de aarde te wroeten, en bij gebeurlijke last aan de knieën ging ik op een speelgoedkrukje zitten, wat het evenwel nog steeds niet comfortabel maakte. De zaaisels stonden in de serre ook op de grond. Echt praktisch was dat toch niet allemaal.

Je kan natuurlijk daartoe bestemde tafeltjes kopen, maar ja, kopen… Ook zijn die dingen steevast te groot om in m’n piepkleine serre te zetten. Zo’n tafeltje zou zonlicht afnemen van de planten op de grond en in de weg staan van opgroeiende tomaten. In een boekje van VELT, dat ik even te leen had van m’n schoonvader, moestuinier op jaren, zag ik evenwel plots het licht in de vorm van een tip: een tafeltje hoeft geen vast tafelblad te hebben. Soms kan een mens zich dom voelen: waarom had ik daar zelf nog niet aan gedacht? Ik heb dan maar iets in mekaar geknutseld met enkele restjes panlatten en andere overschotjes. Het heeft geen tafelblad, en alles wat ik nodig heb kan tijdelijk bij wijze van tafelblad op/in het frame geplaatst worden, op twee niveau’s. In de zomer blijft het frame gewoon staan. De planten kunnen dan door de tafel heen groeien, en wat ik dan nog in potjes zaai, hoeft ik niet op de grond te zetten.

Groeten,
Guy

Toegevoegd op 23/01/2021:
Volgende foto’s laten zien hoe het tafeltje het hele jaar in de serre blijft staan en de planten ongehinderd erdoor kunnen groeien, terwijl het toch nog kan gebruikt worden om zaaigoed op te zetten.