gember

In februari ben ik begonnen met m’n gemberknolletje. Knolletje, wortelstok, rizoom of whatever, dat soort botanisch-semantisch gezeur kan me maar matig boeien. Om het in de termen van onze 15-jarige te zeggen: “Boeieuh!”
Nu bedenk ik me dat ik deze term al een tijdje niet meer gehoord heb. Hippe termen zijn zelden lang hip in tijden van door mondiale sociale media aangedreven trends, en al zeker niet in deze wispelturige leeftijdscategorie. In de tijdspanne die iets nodig heeft om de leeftijdsgroep +50 te bereiken, de groep waartoe ik mezelf ook al mag rekenen, is het in het tieneruniversum alweer iets uit een lang vervlogen tijd. Wanneer je daar als vijftigjarige nog mee komt aandraven, word  je onthaald op een blik die zegt “WTF probeert die ouwe zak nu jong te doen”.

Ik had gelezen dat je zo’n stukje gember met de nodige zorgen kan doen uitgroeien tot… welja, tot méér gember. Vrouwlief heeft, op beleefd verzoek van mezelf, een gezond uitziend stukje gember uit de lokale supermarkt meegebracht, helemaal conform de gegeven instructies met minstens één duidelijk en levensvatbaar ogend  ‘oog’.

Ik heb Knolletje – zo zal ik het voortaan noemen – op een bedje van zaaigrond in een bakje gelegd, de helft boven de aarde, en het geheel warm en vochtig maar niet nat gehouden.  Met m’n kweekbakje behield ik een constante temperatuur, en met wat plastieken rotzooi tevens een min of meer constante vochtigheid.

Het duurde drie weken vooraleer er duidelijke evolutie kwam in de twee ogen, dus in die tijd moet je zien dat de boel niet begint te rotten of beschimmelen.

Na een maand leek de toestand me genoeg gevorderd om Knolletje in een bloempotje te steken, en nog geen twee weken later ging het naar de pot waarin ik het zou laten opgroeien. Halverwege mei verhuisde Knolletje met pot en al naar de serre. Daar stond het in het hoekje met het meest schaduw, zoals het plantje het graag heeft volgens lui die het beter weten dan ik.

En dan kruipen we Barabasgewijs in de teletijdmachine, en vragen we ons ergens in oktober af of het nog niet tijd zou zijn om Knolletje te oogsten. Bleken er bloemstengels aan te staan. Nu kan je zeggen “Ooooh bloemen!” maar ik vroeg me vooral af of ik die stengels moet afknippen Want tenslotte gaat bloemvorming meestal lopen met een pak energie die anders in Knolletje blijft zitten. Vreemd genoeg kon het wonderbaarlijke web van wijsheid, dat anders overal een antwoord op weet én tegelijk het tegenovergestelde van dat antwoord beweert, me hieromtrent niet informeren. Ook de Twittermeute bleef me het antwoord schuldig.

Nu blijkt gember wel bijzondere bloemen te hebben, al bloeit het normaal gezien pas na twee of drie jaar. Ook wordt aangeraden om gember te oogsten na het verdorren van het gebladerte, wat hier nog niet het geval is. In de serre wordt het nu wel wat aan de koele kant, ook overdag. Ik overweeg om de plant in huis te nemen, de bloei te bewonderen en verder de kat uit de boom te kijken. Of ik de wereld op de hoogte zal houden van het verdere verloop? Voorzeker!

Inmiddels swingt corona verder de pan uit dan tevoren, en zijn de maatregelen opnieuw verstrengd. De horeca moet een maand lang sluiten. Volgens het VBO zijn er heel weinig besmettingen op de werkvloer, volgens bevoegd ‘Vlaams minister’ Weyts is er amper sprake van besmettingen op school, en nu is er volgens vele anderen ook geen noemenswaardig besmettingsrisico in de horecasector. Zou het dan toch de 5G zijn?

Groeten,
Guy

Update 23/11/2020
Met die bloemen werd het niks. Ik heb de pot niet in huis gehaald, maar in de serre laten staan. De dagen zijn reeds kort, en de nachten worden kouder. De bloemen werden bruin en slap, en ik dacht dat het nu wel tijd was om te kijken wat er in de pot zat. De pot was duidelijk vervormd door de gember die zich ontwikkeld had. De oogst was meer dan ik verwacht had: een mooie grote knol. Wat ik helemaal niet verwacht had, was om het oorspronkelijke Knolletje in ongeveer dezelfde vorm terug te vinden als ik het geplant had. De 60 gram Knolletje had 420 gram extra gember voortgebracht, dus had ik nu een kleine halve kilo gember in een bescheiden pot met diameter van 26 cm. Voor herhaling vatbaar!

Wat ik daarmee nu ga doen? Het nieuwe stuk ga ik wellicht fijnhakken of -raspen, met huishoudfolie in een soort worst rollen, en het zo invriezen. Dan kan ik nadien van de bevroren ‘worst’ de hoeveelheid afsnijden die ik wil gebruiken. Het oorspronkelijke knolletje ga ik eveneens fijnhakken maar in de arachideolie stoppen waarin nu ook een deel van het pas geoogste citroengras aan het ‘trekken’ is. Ik heb heel klein stukje geproefd van de verse gember, en nondedju, dit is véél pittiger dan wat je in de supermarkt koopt!

Toevoeging 06/12/2020:
Ik heb een klein stukje van de gember apart gehouden om te proberen om daarmee verder te kweken. Het is misschien niet het ideale tijdstip, zo nog voor de winter begint, maar als het lukt dan krijgt deze gember een heel lang groeiseizoen.
De eerste keer had ik een stuk gember meteen in een bakje met zaaigrond gestoken, en dan warm en vochtig gehouden in m’n zelfgemaakte propagator, want die stond daar toch nog voor de paprika en de tomaten.
Deze keer heb ik het stukje in een velletje keukenpapier gewikkeld en in een potje met wat water op de verwarming gezet. De gember ligt niet in het water, maar op een verhoogje zodat het net boven het water komt. Doordat er een deksel op het potje ligt, blijft het keukenpapier steeds vochtig. Ik heb er een sponsje onder gestoken zodat het potje niet té warm wordt. Om de twee dagen water en papier verversen om geen viezigheid te krijgen. Na 10 dagen zijn er zich duidelijk zichtbaar al drie uitlopers aan het ontwikkelen.

Toevoeging 02/01/2021:

Ik ben een stom kieken. Ik heb het stukje gember te diep in vochtige aarde gestopt, met het relatief verse snijvlak onder de aarde, en op de radiator aan wisselende temperaturen tussen 15 en 40°C blootgesteld. 3x fout dus. Het stukje is beginnen te rotten aan het snijvlak, en ik heb dat te laat opgemerkt. Binnenkort een nieuwe poging.

2 gedachten over “gember

  1. In Nederland kunnen sommige mensen, na selectie en doorverwijzing van de gemeentelijke sociale dienst en doorlichting van hun financiën, gratis voedsel ophalen van de voedselbank. Dat voedsel bestaat dan uit onverkochte winkelvoorraad en lang niet altijd is dat bij elkaar goed te combineren tot een volwaardige maaltijd. Ik kende mensen die dit voedsel ophaalden. Inmiddels zijn ze uit het programma, want ieder mag een maximale tijd van die gratis uitdeling genieten.

    Als iemand weer eens iets had gekregen waar niets mee aan te vangen was, dan kwam dat wel eens naar mij toe gewandeld. “Wat kun je daar van maken?” kon ik soms beantwoorden met een kookinstructie. Maar niet altijd. Zo had ooit iemand zwart geworden spruitjes, slappe andijvie, winterwortelen vol kleine witte haarworteltjes, uitgelopen aardappels en dito gemberwortels meegekregen.

    Schillen en wassen lost veel op. Maar gemberwortels was toch al iets dat deze persoon niet kende en ze wist niet of het de wortel of het groen was dat gegeten diende te worden. En hoe dan?

    In de supermarkt waren die wortels dus zonder enige bijzondere zorg al gaan uitlopen. Klanten het dan niet meer kopen. Ik dacht: Een plantje dat wil groeien geef ik een kans. Netjes in potten aarde geplant en buiten in het zonnetje gezet gingen de plantjes tijdens een koude nacht dood, helaas. Het is mij dus niet gelukt. Maar het internet afspeurend kwam ik tegen dat van die planten niet de wortel geoogst moest worden, maar de jonge groene scheuten. Dit zou een veel fijnere smaak geven aan gerechten, dan de wortel.

    Like

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.