basilicum en de edele kunst van het pimpen der diepvriespizza’s

Basilicum kennen we natuurlijk allemaal van pesto, en als toevoeging bij slaatjes en tomaten. Ik gebruik basilicum steeds op pizza’s. Vrijdag is onze vaste pizzadag. Vooral door luiheid zijn dat doorgaans diepvriespizza’s. Op zich is er niks mis met diepvriespizza’s hoor, maar ik pimp ze toch wel liever. Extra kaas, hesp, olijven, sardientjes, rozemarijn, verse paprika, peper, mozzarella, tomaatjes, whatever de koelkast en den hof op dat moment te bieden hebben, en natuurlijk ook basilicum, en liefst niet al te zuinig. Basilicum blijkt heel gemakkelijk te kweken spul te zijn. Ik heb er steeds in huis staan, en het leutige is: één pot basilicum is genoeg om héél veel basilicum te kweken, zonder per se telkens opnieuw te moeten zaaien.

“stilleven van citroengras en basilicum”

Je kan het zaaien, enkele planten laten bloeien en heel gemakkelijk het zaad oogsten om de volgende generatie te zaaien. Maar wat ik plezanter vind, is een takje afknippen, de onderste blaadjes gebruiken voor het gerecht in kwestie, en de rest van het takje met enkel nog de bovenste blaadjes eraan in water zetten. Vrij snel komen er wortels aan, en heb je een nieuw plantje. Het toppen zorgt bovendien voor zijscheuten en meer oogst. Zo hebben we het hele jaar door vers basilicum in huis. Hier vind je enkele links waarin dat allemaal netjes uitgelegd wordt.

Ik schrijf dit op een vrijdag pizzadag, en door de meute egoïstische coronahamsteraars waren er vandaag geen diepvriespizza’s meer in de plaatselijke supermarkt ter beschikking. Gelukkig zaten er in de diepvriezer nog enkele diepvriespizza’s, of we moesten mogelijks overschakelen naar fatsoenlijk voedsel – the horror. Maar pizzadag is een perfecte gelegenheid om enkele foto’s te nemen teneinde de potentieel eeuwige kringloop van een basilicumleven te illustreren.

Enkele weken geleden, op een donderdag toen ik de pizzavoorraad voor komende vrijdag alreeds wilde aanvullen, en ik weer eens routinematig de parking opreed van de dichtstbijzijnde supermarkt die evenwel nooit open is op donderdag, besloot ik om dan maar eens verder te rijden naar de Aldi. Want daar hebben ze steeds een interessant doch goedkoop assortiment lekkere koekjes, en mogelijkerwijs vielen de pizza’s ook nog wel mee. En ook: thuis is het op donderdag nogal ambetant met de poetsvrouw in wier weg ik niet wil lopen. Al is dat eerder een flauw excuus om die ietwat ongemakkelijke sociale situatie zoveel mogelijk te vermijden. Ik vind nogal veel sociale situaties ongemakkelijk, eigenlijk. Maar we hadden het over diepvriespizza’s, en fokking hell, die diepvriespizza’s van de Aldi waren echt wel diepvriespizza’s “vandenAldi”. Wat een slappe, fletse troep was me dat zeg, gepimpt of niet. Daar viel gewoon niet tegenop te pimpen. Nu ja, dat weten we dan ook alweer, voor de toekomst en zo.

Misschien nuttig om te weten, of misschien ook niet – weet ik tenslotte veel: kruiden uit de supermarkt zijn geen lang leven beschoren. Het is evenwel vaak mogelijk om de plant te redden en er verder mee te kweken. Vorig jaar kocht ik zo’n geforceerd potje koriander, waarvan ik meteen een deel gebruikte om te koken, en de rest voorzichtig in drie stukken verdeelde om apart te planten. Zo ben ik ook aan de zaadjes geraakt waarmee ik dit jaar koriander ga proberen te kweken.
Over het in leven houden van supermarktkruiden vond ik op het WWW twee artikeltjes uit HLN, ééntje uit 2015 en ééntje uit 2019. Grappig hoe ze, op de intro na, woordelijk overgeschreven zijn. Journalistiek met een heel kleine j.

Groeten,
Guy


Toevoeging 11/04/2020:
Ik ga dit jaar véél basilicum trachten te kweken, genoeg om misschien ook af en toe pesto te maken. Ik heb intussen een tweede potje met stekjes geplant, alsook een potje gezaaid.

Stekjes:

Zaaisel:


Toevoeging 21/09/2020:
Welnu, pesto maken is er alsnog niet van gekomen, maar ik heb wel veel basilicum gebruikt. Op de pizza, in de spaghetti, bij het beleg op de boterham, in slaatjes,… Toen ik bezig was met deze in potjes te planten, kwam de buurvrouw aan ‘den draad’ een babbeltje slaan. Ik heb ze meteen ook maar enkele plantjes cadeau gedaan, vandaar dat het aantal plantjes niet overeenkomt met het aantal stekjes op de tweede foto.

paprika 2.0

Vorig jaar probeerde ik voor de eerste keer paprika te zaaien, gewoon heel amateuristisch, met zaadjes van een paprika uit de supermarkt. En dat lukte vrij goed, vooral in de serre. Er stonden daar een ‘gewone’ paprika en een ‘zoete puntpaprika’. Ik had ook twee paprikaplanten in een pot op het terras, maar ik denk dat de aarde niet ok was, alsook de potten wat aan de kleine kant. Over dat gepruts kan je hier lezen, maar hey, boeien en al.

Een mens blijft maar bijleren, of hij dat nu wil of niet, wellicht tot het lelijke monster van dementie daar steeds te vroeg een einde aan maakt, en bijgevolg weet ik nu méér dan vorig jaar. Dat bijleren hoeft niet noodzakelijkerwijs te leiden tot veel bijkomend gezaag daaromtrent, en bij voorkeur zelfs helemaal niet. Daarom vat ik mijn paprikagekweek van lochtingseizoen 2020 hier samen in een reeks foto’s, die niet eens bijzonder scherp zijn omdat ik ze comprimeerde. Ik kwam onlangs immers tot de vaststelling dat reeds ruim een kwart van de mij door WordPress toegewezen gratis opslagruimte in één of andere cloud opgebruikt was. Het spreekt vanzelf dat vooral het beeldmateriaal hiervan de voornaamste oorzaak is. Dus maak ik de foto’s voortaan wat compacter, zo bit- en bytegewijs. Who cares anyway.

Drie dagen geleden had ik het over het corona- en andere virussen, en ons land dat meer en meer stil komt te liggen. Het spreekt vanzelf dat onze al te liberale overheid mensen wil laten werken tot de druk te groot wordt, want *DE ECONOMIE!!*, maar meer en meer beroepsgroepen geven er voorlopig de brui aan. Eergisteren kreeg ik het bericht dat m’n afspraak voor periodieke controle bij m’n favoriete tandarts niet zou doorgaan, en – de duivel is er vast persoonlijk mee gemoeid – gisterenavond kreeg ik tandpijn aan een kies die al lang een probleemkies is. Op dit ogenblik is de pijn in het stadium van “nee, dit is echt niet meer lollig”. Nu heb ik in mijn leven al meer pijn gehad dat je een niet al te erge vijand toewenst – het is belachelijk hoeveel pijnzenuwen er in het longvlies zitten – maar dat betekent niet dat je daaraan gewend geraakt. Nee, integendeel, ik krijg er steeds meer een hekel aan. De eerste die komt zeuren van “jamaar pijn heeft een belangrijke alarmfunctie hoor” die kan met onmiddellijke ingang een trok op zijn muil krijgen. Het is godverdomme genoeg geweest. Ik overwoog even een stevige Oxynorm, maar ik hield het – voorlopig – bij Tramadol en een paracetamol. Gesundheit!

Of we ietwat afgedwaald zijn? Ongetwijfeld. Dan gaan we maar gewoon over naar de fotoreeks, die ik in de loop van het kweekseizoen wel op tijd en stond zal updaten.

Groeten,
Guy

Toevoeging 22/09/2020:
Een periode met veel wind en regen werd gevolgd met een mooie nazomer hangen. Nu, eind september, hangen er nog steeds volop paprika’s te rijpen. Door het warme weer komen er opnieuw overal bloemknoppen aan de paprikaplanten. Ik knijp deze af. Het worden toch geen volwaardige vruchten meer, en de planten steken beter hun energie en de laatste zon en warmte in de vruchten die ze reeds hebben. Over enkele dagen is het gedaan met de nazomer.
Ik heb ook geleerd dat de planten niet alleen warmte nodig hebben, maar ook veel licht, véél licht. In de serre stonden ze deze zomer deels in de schaduw van boompjes naast de serre die drastisch moeten gesnoeid worden, en ondanks de hogere temperatuur in de serre brachten ze minder vruchten op dan de planten in een pot in volle zon. Ze groeiden wel veel hoger, en ze blijven langer doorgroeien dan de potplanten.
Interessant: de puntpaprika’s leveren stuk voor stuk een veel grotere oogst op dan de blokpaprika’s, wel drie keer zoveel. Ik overweeg om volgend jaar enkel nog puntpaprika’s te zaaien. En o ja, het toppen van de jonge puntpaprika in april gaf geen merkbaar verschil in resultaat.

regen, virussen en toiletpapier

Het is me wat. In mijn lochtingske is het de laatste weken betrekkelijk rustig geweest, en niet alleen omdat er zo vroeg op het jaar niet bijzonder veel te doen is in de moestuin. Halverwege februari heb ik één rijtje voorgezaaide tuinbonen uitgeplant, en één rijtje mangetouts na een nachtje voorweken in de grond gepleurd. De behoorlijk uit de kluiten gewassen storm “Ciara” en haar broertje “Dennis” waren net over onze contreien gepasseerd, en ik dacht “héhé komt dat even goed uit, zo net op tijd om de tuinbonen te planten en de mangetouts te zaaien”.

De daarop volgende zondvloed maakte snel duidelijk dat mijn vreugde ietwat voorbarig was. Nu wil het geval dat mijn lochtingske nogal laag gelegen is, en vlak naast een stuk gracht dat aan beide kanten geenszins afwatert, wat maakt dat bij uitzonderlijk overvloedige regenval het water in die gracht even hoog komt te staan als mijn lochtingske, en soms nog nét een tikkeltje hoger. Dan wordt mijn lochtingske herschapen in een verzopen modderpoel, en staat de helft van de kiekenstuin onder water. Ideaal om pas gezaaide bonen te laten rotten. Het ergste kon ik vermijden door met een dompelpomp tienduizenden liter water weg te pompen naar de wat verderop gelegen en momenteel ongebruikte weide die nóg een ietsiepietsie lager ligt. In de kiekenskooi heb ik vijf zakken extra zand gekieperd zodat de beestjes min of mee droog tot bij hun voer zouden geraken.

Enfin, intussen is het allemaal weer onder controle. Deze week zag ik dat de mangetouts aan het uitkomen zijn, en ook de tuinbonen hebben al flink een groene kop boven de grond gestoken. Vandaag heb ik een tweede rijtje mangetouts gezaaid, alsmede wat radijzen en in de serre een toefje rucola, en wat sla in wc-rolletjes. Met de paprika’s en de pepers gaat alles voorspoedig, ik hoop van u hetzelfde, en ook de tomaten zijn intussen ontkiemd. Van de zondvloed heb ik gebruik gemaakt om in huis een defecte lamp om te bouwen tot een handige groeilamp, met behulp van een LED-strip.

Jazeker, het moestuinvirus heeft me weer flink te pakken. Het slaat steeds het hevigst toe in het prille voorjaar, wanneer het nog te vroeg is om in de moestuin te spelen maar je desalniettemin voortijdig staat te popelen. Door de surinfectie met het pepervirus begint dat zelfs al in januari.
Op dit ogenblik waart er evenwel ook nog een ander virus rond, waarvoor ik een pak méér op mijn hoede ben. Sedert vorige nacht is het hele land half stilgelegd om de verspreiding van COVID19 te beperken, beter gekend als ‘het Coronavirus’. Gisterenochtend was onze dochter van 12 zodanig euforisch door het nieuws dat ze de komende vijf weken niet naar school moet, dat ze het goede nieuws dolenthousiast in m’n oor kwam toeteren terwijl ik nog vredig lag te slapen, en het zelfs aan de échte kiekens is gaan vertellen.

coronavirus, een miljoen keer vergroot of zoiets

Tot licht ongenoegen van m’n immer bezorgde levenspartner verkeert mijn gemoedstoestand momenteel nog niet in een staat van opperste paniek, zelfs niet van middelgrote. Jazeker ik ben een risicopatiënt, en zo nog geen klein beetje ook, maar ik ben eerder van mening dat een dosis voorzichtigheid en rationele preventie voorlopig zouden moeten volstaan. Laat anderen elkaar maar de kop inslaan voor een twaalfde pak toiletpapier of voldoende pasta om een half jaar geconstipeerd te zijn. Ik blijf rustig thuis, en als ik toch buiten moet komen, om wat voor reden dan ook, reken ik wel op een busje ontsmettende handgel en m’n gebrek aan sociale vaardigheden.

Groeten,
Guy