Battlestar Galactica

Niks mis met Breaking Bad of the Handmaid’s Tale hoor, en Game of Thrones is naar verluidt ook wel best te pruimen. Maar de beste serie ooit is Battlestar Galactica. De ‘reimagined’ versie van 2003-2008 dan wel, niet het melige gezwets uit 1978.


DISCLAIMER 1: Gaat dit niet over de moestuin misschien? Nee, deze keer niet. Wie enkel wil lezen over mijn geknoei met groensels (wellicht óók niemand) slaat best dit hele stuk over.

DISCLAIMER 2: Voor wie de serie nog niet gezien heeft maar wel van plan is om dat alsnog te doen: héél veel serieuze SPOILERS AHEAD!

De versie uit 1978 had best wel enkele leuke vondsten, en was een verdienstelijke poging om op de toenmalige Star Wars-trein te springen. Als kind zat ik daar heel gaarne naar te kijken, maar écht goed was het niet. Vooral Muffit de robothond werkt danig op een mens zijn kloten. Over de godsgruwelijke vervolgserie ‘Galactica 1980’ gaan we gewoon zwijgen, dat is nog het beste.

Maar die nieuwe reeks: meesterlijk, op elk mogelijk vlak. Ik was verkocht vanaf de openingsscène van de miniserie, die als pilot diende. Uiteindelijk heb ik de hele DVD-box gekocht en heb ik de serie gebingewatcht. Drie keer intussen. En ik heb de cd’s met de fantastische soundtrack. En, joehoe!, nu ook het boek “So Say We All”, samengesteld uit interviews met meer dan honderd mensen die meegewerkt hebben aan Battlestar Galactica.

Het verhaal, het script, de productie, de regie, het acteerwerk, de muziek,… alles is van een geweldig niveau. Zelfs de CGI is heden, nu meer dan 10 jaar technologische hoogstandjes later, echt wel dik in orde.

Wie Battlestar Galactica zegt, zegt ook fenomenale soundtrack. Componist Bear McCreary heeft hier ongelofelijk werk verricht. Luister bijvoorbeeld hier eens naar. De muziek is vaak nadrukkelijk aanwezig en bepaalt sterk mee de beklijvende sfeer van de serie.

Er is een wonderbaarlijke chemie tussen de cast, de regie, de muziek. De betrokken acteurs getuigen zoveel jaar later nog steeds van de uitzonderlijke sfeer op de set, en er zijn hechte vriendschappen voor het leven ontstaan. Zowel voor- als tegenstanders zullen wellicht erkennen dat episodes als “33” of “Exodus – part II” meesterwerkjes zijn, met onmiskenbaar filmische kwaliteit. En belangrijk: de serie werd niet op een bepaald moment stopgezet, maar heeft een einde. Het verhaal is volledig verteld, wat vaker niét dan wel gebeurt in televisieseries.

Nu, over dat einde zijn de meningen wel een beetje verdeeld. Eigenlijk over een groot stuk van de serie. Hoewel voor- als tegenstanders zullen wellicht toegeven dat een episode als ‘33’ één van de beste episodes is van eender welke serie ooit gemaakt, zijn er nogal wat kijkers die afknappen op wat zij een teveel aan ‘deus ex machina’ noemen. Verhaallijnen die zogezegd enkel opgelost worden door onmogelijke goddelijke of bovennatuurlijke wendingen. ‘Goddidit’. Ik ben het daar evenwel volstrekt niet mee eens. Die mensen kennen volgens mij niet veel science fiction, ook al hebben ze mogelijks wel al eens naar Star Trek of Star Wars en dergelijke onzin gekeken. Of ze houden er gewoon niet van.

Reeds in het begin van de serie wordt ons duidelijk gemaakt dat er derden in het spel zijn die zich met onze zaken (en met die van de cylons) bemoeien. Wie, dat wordt niet echt duidelijk gemaakt. Het is heel goed mogelijk dat het de ‘Lords of Kobol’ zijn, of één daarvan, die ver geavanceerde wezens met wie de mensen heel lang zij aan zij op de planeet Kobol woonden. Die zo geavanceerd waren dat zij door de mensen als goden beschouwd werden. In ieder geval: het is duidelijk dat die derde – laat ons die verder de ‘One True God’ (OTG) noemen – een bijzondere interesse vertoont in de toekomst van mens en cylon. En dat die OTG over technologische mogelijkheden beschikt die ons begripsvermogen te boven gaan, en dat pakweg 1000 jaar geen overdreven lange tijdspanne is voor hem (M/V/X). Daar is niks echt goddelijks of bovennatuurlijks aan. Het is zelfs een vaak voorkomend thema in SF. Denk ook aan wat bekend staat als ‘Clarke’s Third Law’: “Any sufficiently advanced technology is indistinguishable from magic.”, of ‘Shermer’s Last Law’: “Any sufficiently advanced extraterrestrial intelligence is indistinguishable from God”.

De OTG is niet omnipotent zoals de dekselse Q uit Star Trek. Zelfs niet zo machtig als de ‘Sleeping God’ uit F. Hamiltons ‘The Night’s Dawn trilogie.  Er zijn duidelijk beperkingen aan wat hij kan doen, of het zou voor hem veel eenvoudiger geweest zijn om zijn doel te bereiken. Maar hij heeft wel de mogelijkheid om hier en daar wat bij te sturen en te manipuleren met de hoogtechnologische, voor mens en cylon magische trukendoos waarover hij beschikt.

Een ander voorbeeld zijn de Overlords uit ‘Childhood’s End‘ van SF-grootmeester Arthur C. Clarke. De Overlords, die op hun beurt nog eens overruled worden door een nog meer geavanceerder soort, zo geavanceerd dat het zelfs hún begripsvermogen te boven gaat.  Of de buitenaardse pipo’s die Jodie Foster op onverklaarbare wijze de trip van haar leven bezorgen in ‘Contact’. Je ziet ze niet, maar ze zijn er wel en grijpen echt fysiek in, in de waarneembare realiteit. Ze kunnen zich manifesteren als een vertrouwd maar imaginair personage. Battlestar Galactica is dus zeker niet alleen met het gebruik van zogenaamde ‘head characters’ om contact te leggen en invloed uit te oefenen. In Contact is het de overleden vader van het hoofdpersonage, en in Childhood’s End ontelbare overleden dierbaren over de hele wereld en vooral de overleden echtgenote.

Wellicht zouden sommige kijkers liever zien dat de OTG zijn bestaan niet alleen indirect kenbaar maakte door zijn daden, interventies, en door ‘head’ personages die enkel zichtbaar zijn voor specifieke personen, maar dat hij/zij zich ook gewoon fysiek aan iedereen liet zien. Gelukkig hebben Ron Moore en David Eick dat nooit gedaan. Gedoe met rondzwevende aliens, al dan niet met rubberen schubben en tentakels, zou de serie niet ten goede gekomen zijn. Het zou in ieder geval een heel ándere serie geweest zijn.

Laat ons niet vergeten: in de originele serie uit 1978 kwamen er eveneens bemoeizuchtige wezens met supergeavanceerde technologie aan te pas: de ‘Beings Of Light’. Ook die god-achtige wezens lieten een overleden Starbuck ‘verrijzen’ en wilden de mensheid naar de Aarde leiden. En ook al werd dit vrij knullig geschreven en uitgevoerd, niemand had een probleem met die Beings Of Light.  Wellicht vooral omdat die lichtdinges zich wat uitdrukkelijker fysiek lieten zien, en de boel niet vooral vanachter de schermen manipuleerden zoals de OTG doet.

Op een bepaald moment vond de OTG het blijkbaar wel nodig, om redenen die we nooit zullen kennen of die onkenbaar zijn voor ons, om meer tastbaar bewijs te leveren van zijn bestaan en zijn bemoeizucht. Dat wordt op het einde van de serie door Baltar uit de doeken gedaan, naar aanleiding van de terugkeer van Starbuck, . Maar zich laten zien, nee, dat deed die OTG niet.

Een plezante anekdote is dat hoofdrolspeler Edward James Olmos in een interview liet weten dat hij in zijn contract had laten opnemen dat hij uit de serie zou stappen zodra er rubberen ruimtemonsters aan te pas kwamen.
Het was overigens nooit de intentie van maker Ronald D. Moore om een show met reptielachtig aliens te maken, dat maakte hij van in het begin duidelijk in zijn ‘series bible‘.
Je vindt hier de originele paginas in pdf-formaat: Battlestar Galactica_series_bible, by Ronald D. Moore

Sommige kijkers vinden het ook niet plezant dat de beweegredenen van de OTG niet uitgelegd worden. Ook een onterechte kritiek imho. Alsof wij de beweegredenen en motivaties van een extreem intelligent en geavanceerd wezen zouden kunnen begrijpen. Alsof een mier zou kunnen begrijpen waarom je met je vinger het geurspoor doorkruist dat ze aan het volgen is. Misschien uit wetenschappelijke nieuwsgierigheid om te zien hoe de mieren zullen reageren, of gewoon uit verveling. Maar op welke manier je het ook probeert uit te leggen aan de mier, de mier zal het nooit ofte nimmer begrijpen. Uit de serie blijkt wel dat de OTG wellicht een welbepaald doel voor ogen heeft: mens en cylon laten samensmelten met de bewoners van ‘Aarde 2’ tot een nieuw (en beter?) ras, dat hopelijk niet meer de steeds terugkerende neiging heeft om  zichzelf te vernietigen? Als wetenschappelijk experiment, als hobby, wie zal het zeggen. De cirkel van de zichzelf steeds weer herhalende geschiedenis doorbreken.

(Het is leutig om hierover te fantaseren. Misschien is de OTG wel bezig met een ‘backbreeding’ project. Op aarde doen we dat ook: door middel van kruising van bepaalde genenpoelen uitgestorven diersoorten terug tot leven proberen te brengen.  Zou de OTG een uitgestorven humanoïde soort proberen terug te brengen? Of zou hij een mensensoort proberen kweken die voor de verandering eens niét de neiging heeft om telkens weer zijn eigen cylons uit te vinden en zichzelf te vernietigen. Je weet wel: all of this has happened before, and all of this will happen again.  Daarom test hij nu eerst of de geselecteerde populaties, mensen en cylons, wel veelbelovend genoeg zijn om mee verder te werken. Ze moeten dit dus eerst aantonen door de keuzes die ze maken, met hooguit af en toe een porretje in de juiste richting. Tijd heeft de OTG alleszins genoeg. Het steekt niet op een jaar of duizend. Soit, dit is maar een fantasietje van mij en wordt niet bevestigd in de serie.)

Het is vooral wanneer je de serie een tweede keer bekijkt dat het opvalt hoe ontzettend goed het allemaal geschreven is. Vaak zit het sublieme in details die je gemakkelijk mist. Ondanks de veelgehoorde kritiek daaromtrent zijn er eigenlijk amper losse draadjes of verhaallijnen die nergens toe leiden. Op het einde is het meeste netjes ingepakt en afgerond.

Toen ik de serie voor het eerst volledig bekeken had was ik verbluft. Mind-blown. Tot op heden heb ik niks meer gezien dat me zo bij de keel greep en bijbleef. Tien jaar later zit ik er nog steeds over te zeuren. De personages zijn echte mensen, geen stereotypes of karikaturen. Elk personages is goed en elk personage is slecht, maar je leeft intens mee met elk van hen. In die tijd ongezien op tv. De serie stelt belangrijke maatschappelijke en ethische vragen die nog steeds actueel zijn, en dwingt je om daarover na te denken. Er zijn geweldig grappige momenten, er zijn scenes waarbij je van spanning op het puntje van je stoel zit, er zijn scenes waarvan enkel een volstrekte onmens niet minstens een stevige krop in de keel krijgt (‘You know, I know about farming‘) De serie heeft het allemaal. So say we all. Wat mij betreft niet alleen de beste SF-serie ooit, maar gewoon de beste serie ooit. Maar then again, wie ben ik?

Groeten,
Guy

Naschrift: voor de fans van de soundtrack van Bear McCreary -> opvoering door “Bear McCreary And The Battlestar Orchestra (één van de gitaristen is de broer van Bear McCreary, en zangeres Raya Yarbrough is zijn vrouw) Niet steeds muzikaal perfect uitgevoerd, maar ik krijg er kippenvel van.
Of dit concert met een symfonisch orkest.

Toevoeging 05/01/2021;
Vier uitstekende podcasts over de serie Battlestar Galactica:

* https://libertystreetgeek.net/bsg/
(soms ietwat grofgebekt uitweiden met Dean & Matthew – Dean heeft de serie al eerder helemaal gezien – Matthew kijkt voor de eerste keer)

* https://www.podbean.com/podcast-detail/iq3e8-c9518/Battlestar-Recaptica-Podcast
(met de lollige Rick & Dave) (en met ergens in één van de afleveringen een kleine vermelding van ondergetekende😉)

* https://art19.com/shows/battlestar-galacticast
(met actrice Tricia ‘Six’ Helfer en televisieschrijver en -journalist Marc Bernardin

* https://www.setconditiononethroughoutthepodcast.com/


Wil je ook iets kwijt over Battlestar Galactica? Ben je het wel of niet eens met mijn idee over die ‘OTG’? Heb je een eigen al dan niet van de pot gerukt theorietje? Laat het graag weten!

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.