plastieken brol

Ik krijg steeds meer een aversie tegen plastieken brol. Brol gemaakt van een materiaal dat bedoeld is om heel lang mee te gaan, die brol één keer gebruiken, in de vuilbak zwieren, om vervolgens precies dezelfde plastieken brol weer in huis te halen. Plastieken verpakkingen bijvoorbeeld. Of je kan zelfs speciaal nieuwe plastieken spullen kopen voor dingen die je even goed, of zelfs beter, kan doen met de plastieken brol die je zopas in de afvalbak gekieperd hebt.
Zo gebruik ik allerlei plastieken bakjes om plantjes in te zaaien wanneer het buiten nog te koud is. Lekker waterdicht, en je kan ze gebruiken als handige microserre om zaadjes te laten ontkiemen terwijl de aarde mooi vochtig blijft.

Vrouwlief is geen al te  grote fan van mijn verzameling plastieken brol, maar ik heb een klein stukje van de kasten in het waskot geclaimd om mijn plastieken brol in te bewaren. Het is al erg genoeg dat de esthetiek in onze woning danig ontsierd wordt door mijn zaaiperikelen op radiatoren en vensterbanken. Ik moet wel toegeven dat deze verzameling plastieken brol een op korte tijd bij mekaar verzameld zootje is. Het ziet er niet uit. Maar tegen volgend seizoen heb ik vast een mooier ogende collectie plastiekafval bij mekaar!

Zodra de weersomstandigheden niet meer te arctisch zijn, kan de boel grotendeels naar mijn kleine serre verhuizen. (Ik heb een kleine maar warme serre, eveneens heeltegans gemaakt van ‘afval’: de zijkanten bestaan uit 8 afgedankte draai-kipramen met dubbel glas van een meter breed en twee meter hoog. Vrij klein dus, maar op 4 m² kan je echter al leutige dingen doen. Eén raam doet dienst als deur, en van de overige ramen zijn er vier die nog in kipstand kunnen voor voldoende ventilatie in de zomer. Het dak bestaat uit dubbelwandige polycarbonaatplaat van een afgebroken veranda van de buren. Maar goed, we wijken af.)

In die plastieken bakjes zet ik dan geïmproviseerde minibloempotjes die dan weer van een ander soort brol gemaakt zijn, namelijk kartonnen brol. Dit jaar experimenteer ik voor het eerst met in twee geknipte wc-rolletjes alsook met kartonnen eierdoosjes. Ik weet dat we die wc-rolletjes en eierdoosjes zo ijverig mogelijk ter recyclage bij het oud papier en karton dienen te verzamelen, maar mijn (her)gebruik lijkt me ook wel een mooie bijdrage tot het redden van het milieu en bij uitbreiding de hele wereld. Bovendien is dat karton eigenlijk te slecht van kwaliteit om veel waarde te hebben in het recyclageproces. Maar we wijken weer af.

De bedoeling is dat, zodra de plantjes klaar zijn om in volle grond geplant te worden, dat met ‘potje’ en al gebeurt. Hierdoor worden de wortels niet verstoord bij het uitplanten. Het karton verteert dan ter plekke zonder de betreffende flora noemenswaardig te hinderen in haar verdere ontwikkeling. Enfin, dat is de theorie. Volgens het Wonderbaarlijke Wereldwijde Web zou dat moeten lukken. De praktijk in mijn klein lochtingske moet evenwel nog blijken.

Update 22/04/2019: Ik heb intussen al een aantal plantjes in wc-rolletjes en eierdoosjes verspeend. De eierdoosjes vallen uit mekaar bij het losscheuren. De rolletjes kan je netjes (evenwel voorzichtig) apart oppakken en in een bloempotje of volle grond steken met karton en al; ook al is het karton reeds half verteerd. Soms komen er al wortels dwars door. De eierdoosjes zijn ook erg ondiep, weinig plaats om worteltjes te vormen.
Besluit: fuck de eierdoosjes. voortaan gebruik ik enkel nog wc-rolletjes.

In januari heb ik al met succes peper (foto links) voorgezaaid, alsook de traditionele ‘stinkers’ oftewel ‘ Tagetes’ oftewel ‘Afrikaantjes’ (foto rechts) die aaltjes weghouden en in geen enkel zichzelf respecterend lochtingske groot of klein mogen ontbreken. Vroege preischeutjes heb ik ook al, die zijn nu verhuisd naar een koudere vensterbank. Tegen beter weten in heb ik het gedurende de eerste helft van januari ook eens met sla en rucola geprobeerd, maar het was nog te vroeg. Het ontkiemt dan wel, maar het worden lange sprieten die snel afsterven. De dagen zijn nog te kort, te weinig zonlicht. Mijn moeder zei het me vroeger al, en ze zegt het nog steeds: ik ben soms nogal eigenwijs. Ook de pot met radijzen was geen succes. Silly me. In februari zou het moeten lukken.

Groeten,
Guy


UPDATE 06/02/19: De preischeutjes hebben intussen ook de geest gegeven. Begin februari opnieuw gezaaid. Zaaien in januari heeft dus een nogal hoog ‘fok dees’ gehalte. Enkel de pepers en tagetes waren succesvol. De hoeveelheid plastieken brol aan die vensterbank is intussen al wat uitgebreid. Het begint daar wat uit de hand te lopen. Tot hier toe wordt het nog getolereerd door vrouwlief. Nog een week of twee en dan kan een groot deel van die reutemeteut naar de serre verhuizen.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.