spelen met vuur

Als kind speelde ik al gaarne eens met vuur. Achter het struikgewas had ik m’n eigen stek, waar ik me graag afzonderde. Ik maakte daar m’n eigen huisje met een hoop bakstenen die ik van een oude fabrieksoven haalde en allerlei andere rommel. Het gezegde ‘ieder huisje heeft zijn kruisje’ indachtig, had ik in één van de versies zelfs een kruis opgehangen dat ik God weet waar gevonden had. Ik hield huisjesslakken als huisdieren in een plastieken doos van Ijsboerke, en experimenteerde met het laten ontkiemen van eikels en kastanjes. Dat wonderbaarlijke gegeven fascineerde me toen al. Wat me ook mateloos fascineerde, was vuur. Soms  ging ik dan stiekem een piepklein vuurtje stoken, hopende dat ouders of buren het rookpluimpje niet zouden opmerken dat opsteeg van achter het struikgewas. Doch af en toe hoorde ik m’n vader brullen “GUY DOE DAT VUUR UIT!”.  Het was een tijd waarin kinderen nog vrij ongestraft dingen konden doen waarvoor nu de buren de politie bellen en er vast ook GAS-boetes bestaan.

Nu, ruim veertig jaar later, staan enkele van m’n als kind geplante eiken er nog steeds, loop ik nog steeds met rommel te klooien om er iets mee te maken, en ben ik nog steeds gefascineerd door diertjes, het laten groeien van plantjes en door vuur. Het kruisje blijft echter allang achterwege.
Bezoek van vrienden loopt soms uit in het consumeren van meer alcohol dan een doorsnee lever prettig vindt, en dan wordt een al dan niet koele zomernacht wel eens opgevrolijkt met een vuurtje van snoeihout in ons barbecuestel. Dat soort sociale contacten ligt nu al ruim een jaar Covid-19-gewijs volledig op z’n gat, maar we blijven hopen dat daar weldra verandering in komt. Nu is zo’n klein barbecuesetje helemaal niet ideaal om een kampvuurtje in te gaan stoken. Ik keek online even rond naar vuurmanden van het gewenste formaat, nieuw of tweedehands. Ik vond geen vuurmand die me tot onverwijlde aanschaf overhaalde, maar wel een proper stalen 200 liter olievat te ruil voor enkele flesjes bier, bij voorkeur Tripel Karmeliet, en niet ver van huis. Dat werd het dus. Ik zaagde netjes een stuk van dat vat af, en de rest deed ik weer van de hand in ruil voor een fles wijn. Dit cirkeltje was alvast mooi rond.

Het zagen van het vat deed ik met een decoupeerzaag voorzien van geschikt zaagblad. Dat ging vrij gemakkelijk en vlot. (Waarom niet met een haakse slijper? Wel, omdat je met een decoupeerzaag gemakkelijker perfect recht kunt zagen, zonder vlijmscherpe bramen, en zonder gevaarlijke toestanden)

Ik wou ook nog iets waardoor het gras op de plaats van het vuur niet finaal naar de kloten zou gaan, en dan dacht ik aan de grote tegels (45×90 cm) die hier sedert de renovatie van de badkamer maar wat in de weg liggen te liggen. En ik had wat afvalhout van het wegwerppallet waarop die tegels geleverd werden. Het werd dus zoiets:

Toevoeging achteraf : de vuurton staan natuurlijk niet rechtstreeks op de tegels, want dat is vragen om ongelukken, maar staat op enkele bakstenen zodat er nog een tiental centimeter ruimte is tussen vuurton en tegels. Op de foto is dat niet heel duidelijk. Safety first! Hou ook steeds een emmer bluswater bij de hand bij elk geval van vuurkestook.

Nu we het over vuur hebben: vorige week was er een klein praktisch moestuingerelateerd probleempje met een vuurgerelateerde potentiële oplossing. M’n serre stond vol met prille zaaisels, en de nachten werden opnieuw behoorlijk koud. Na een zonnige dag is de aarde in de kas genoeg opgewarmd om met wat extra bescherming een koude nacht te doorstaan. Na een koude en bewolkte dag is dat niet het geval, en zou nachtvorst de prille plantjes parten kunnen spelen.
Collega-blogster Moestuinhippie bracht me op het idee van een mini-kacheltje met twee stenen bloempotten en een theelichtje. En dat werkte. Je kan natuurlijk niet helemaal inschatten wat de exacte bijdrage is van zo’n theelichtje, doch de minimumtemperatuur bleef -naar ik kan inschatten- zowat 2°C hoger, en dat was ruim voldoende om de boel helemaal vorstvrij te houden.  Het warmtevermogen van zo’n theelichtje zou amper rond de 30 Watt liggen, als je het WWW mag geloven, maar m’n serre is ochottekes een dikke 4m² groot en goeddeels voorzien van dubbel glas.

Ik stak het kaarsje rond middernacht aan, en om 10u00 ’s ochtends bleek het soms nog steeds te branden, hoewel de brandduur volgens de verpakking ongeveer 8 uur is. Door de ijzerdraad rond de rand van het kleine potje is daar slechts een heel dunne luchtspleet waarlangs verse zuurstof kan binnenstromen (gemakshalve gaan we ervan uit dat het gaatje dat bovenaan zit enkel als schoorsteentje dient) Doordat de verbranding weinig zuurstof krijgt, blijft het vlammetje klein en brandt het theelichtje dus een stuk langer. Ik ga dit zeker nog vaker toepassen!

Groeten,
Guy

2 gedachten over “spelen met vuur

  1. Leuk verhaal, Guy. Wat een heerlijke jeugd spreekt uit je blog…. Ik vind je vuurton goed gemaakt. Handige man hoor. Ik had de verwarming ook voor de kas ook gezien bij Moestuinhippie.

    Like

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.