‘van die netjes’

Corona of geen corona, de trein des tijds – en dus ook des levens – blijft maar doordenderen. De zomer is amper voorbij of het is alweer bijna winter. Straks kunnen we opnieuw beginnen te zaaien, maar eerst worden nog de laatste oogstjes binnengehaald. Gisteren heb ik voor het eerst gember geoogst, en dat was best wel een succes. Een tweet hierover bracht enkele reacties teweeg in het genre “Unk, gewoon een stuk gember op wat potgrond leggen en dan groeit dan zo?” Dat is inderdaad de kortst mogelijke samenvatting, en iets te kort om verder mee aan de slag te kunnen. Een meer gedetailleerd relaas schreef ik hier.

Ik heb ook het citroengras geoogst. De grootste stengels ging naar de diepvriezer, de kleinere stengeltjes In de kruidenolie die ik nu aan het maken ben, en een deeltje zal volgend jaar dienen als plantgoed. Zie dit stukje voor foto’s en meer info.

Verse gember, vers citroengras… ideale gelegenheid om een nieuwe fles kruidenolie te maken voor Oosters aandoende wokgerechten of slaatjes. Ik gooi gember en citroengras in een kookpot met een liter arachideolie, samen met een blaadje salie, een stengel snijselder, wat koriander, en een van de laatste jalapeños uit de serre. Alles eerst proper maken en goed kneuzen, pletten en snijden om de smaakstoffen zoveel mogelijk te laten vrijkomen. Dan het hele mengsel eventjes opwarmen, laten afkoelen, enkele dagen laten intrekken, goed zeven, en terug in de fles. De vorige keer dat ik zulke olie maakte, deed ik er ook verse look bij. Dat zou evenwel risico op botulisme geven, en kan je beter vervangen door gedroogd lookpoeder. (Ik maak ook geregeld zo’n fles kruidenolie met eerder mediterrane allures. Heerlijk op tomaten en in slaatjes, maar bijvoorbeeld ook om aardappelen in te bakken.)

Het sociale leven ligt nog steeds zo goed als stil door die dekselse COVID-19. Niet dat ik daar onzettend veel last van heb – soms heeft het zo zijn voordelen om wat asociaal te zijn. Me vervelen doe ik nooit. Toch ben ik blij dat het nog steeds vrij zacht weer is, zodat ik buiten nog vanalles kan doen. Het is bijna eind november, en we hebben nog geen noemenswaardige nachtvorst gehad, en slechts af en toe wat regen hield me tegen om buiten bezig te zijn. De moestuin heeft een winterdekentje gekregen van onbruikbaar loof en afgevallen bladeren. (Waarom doe we dat? Zie bijvoorbeeld hier, of hier)

Ik had het er al eerder over, ik gebruik nogal graag eens basilicum, en het is niet zo moeilijk om altijd over verse basilicum te beschikken door steeds opnieuw te stekken. Ik gebruik daarvoor deze kleine flesjes.

Maar die kleine vaasjes worden op de lange duur behoorlijk vuil. Kalk en allerlei aanslag aan de binnezijde die er met vaatwasmachine noch handwas af te krijgen is, door die smalle hals. Ik zou mezelf niet zijn, mocht ik daar niks op gevonden hebben, gebruik makend van afval. Je hebt van die netjes waarin bijvoorbeeld look of citroenen verkocht worden, en waarvan je niet weet “mag dat nu in de blauwe zak of niet”.

In combinatie met een oude tandenborstel is dat een ideaal schuursponsje! Met de tandenborstel alleen kan je immers niet in de randen van de flesjes. Je propt met een draaiende beweging het netje door de hals, en met behulp van die tandenborstel kan je dat propje dan overal in het flesje rondfrotten, ook in de anders moeilijk bereikbare randen.

Zulke netjes, alsook oude tandenborstels, zijn overigens ook heel bruikbaar voor andere en heel uiteenlopende poetsactiviteiten.  Ik gebruik ze ook soms in bloempotten met grote gaten onderin, in plaats van potscherven die daarvoor vaak gebruikt worden.

Het houdt de aarde binnen, en laat overtollig water perfect door – ik vermeldde dat ook hier al eens.

Groeten,
Guy

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.