de microscoop

Als kind wou ik al graag weten hoe de dingen in mekaar zaten. Ook levende flora en fauna konden op m’n interesse rekenen. Vermoedelijk met meer interesse dan een ander kind trok ik al eens een pootje van een insectje uit, en zo leerde ik bijvoorbeeld dat het aantal poten van de doorsnee spinachtige behoorlijk redundant is, al stond dat woord toen nog niet in m’n persoonlijke woordenboekje. Van m’n ouders, nooit verlegen om een geschenk een educatieve draai te geven, kreeg ik ooit eens een speelgoedmicroscoop cadeau. Het was ongetwijfeld een geschenk met impact op het gezinsbudget van die maand, en ik was er enorm blij mee. Maar het bleef een speelgoedmicroscoop met hier en daar onderdelen van plastiek, dat wonderbaarlijke moderne materiaal dat de mensheid een geweldige toekomst met onbegrensde mogelijkheden en zonder zorgen zou bezorgen. De mogelijkheden en de kwaliteit waren heel beperkt, al viel het naar hedendaagse speelgoednormen heel goed mee. Je kon ermee niet alleen verschillende body parts van insecten nader bekijken, je kon zelfs onzichtbare dingen zichtbaar maken – ook in de sfeer van menselijke voortplantingsmechanismen, leerde ik al snel. Een goed verstaander heeft maar een half woord nodig, en bij voorkeur nog minder. Want voor je het weet, gaat het de vulgaire toer op, en dat willen we maar liever vermijden.
Ik heb geen idee hoe het die microscoop later vergaan is. Mijn memorie laat wel eens steken vallen – steeds vaker, merk ik helaas op.

Een slordige 35 jaar later – sla me niet dood voor een foutenmarge van een jaar of drie, vier – kreeg m’n dochter een microscoopset cadeau van m’n broer. Ook hier was sprake van educatief oogmerk, en m’n dochter was reuze blij met zo’n mooi kerstgeschenk. In de jaren die volgden werd de set geregeld uitgehaald, wat steeds m’n volle aandacht en praktische hulp lokte, maar ook dit exemplaar bleef een speelgoedexemplaar. Ik bleef sporadisch eens het lemma ‘microscoop’ intikken op een bekende tweedehandssite, maar buiten de categorie speelgoed. Ik was daar fanatiek noch ambitieus in, en buitenkansjes dienden zich niet spontaan aan.

Tot een maand of drie geleden. Ik zag een zoekertje waarin een “Russische microscoop Mbu-4 Zenith” aangeboden werd voor de prijs van 25 euro. Het was een oud maar oorspronkelijk degelijk ding, mogelijks haperde er hier en daar iets aan, en voor die prijs kon je niet al te bedrogen uitkomen. Bovendien was het van Russische makelij, en je kan van die oude Oostblokrussen zeggen wat je wil, maar ze konden wel oerdegelijke optische instrumenten maken. En het was op nog geen tiental kilometer van onze bescheiden woonstee. Ik vermoedde een buitenkansje, of toch iets wat naar een buitenkansje neeg, en hapte toe. (klik op foto om te vergroten)

Ik ben geweldig blij met de aankoop. Ja, het is een oud ding. Nee, er zijn geen toeters en bellen aan. Nee, het is niet in perfecte staat. Maar de microscoop werkt uitstekend.  In originele stalen behuizing, en met alle oorspronkelijke objectieven, oculairs en diafragma’s aanwezig. De sluiting van de behuizing had een weinig herstelwerk nodig, en de vlakke lichtspiegel is gebarsten. De holle spiegel is echter intact, en daarmee verkrijg je in huis prima resultaten zonder enige extra verlichting, mits de nabijheid van een raam, zelfs op een bewolkte dag. Volgens het identificatieplaatje is het instrument gemaakt in 1967 – het is dus iets ouder dan mezelf.  

(beschrijving van een iets modernere versie van dit instrument op een veilingsite in 2018, toen geveild voor 50 euro)

Ook al is het een oud en goedkoop toestel, het werkt onnoemelijk veel beter dan eender welk speelgoedspul. Het vergt enig zoekwerk qua positionering, maar het blijkt ook te lukken om met m’n aftandse tablet redelijke foto’s te maken van het beeld. Waarom met een aftandse tablet, hoor ik niemand in het bijzonder vragen? Wel, om de eenvoudige reden dat de kwaliteit van de camera in m’n Nokia 3310 geen hol waard is, en omdat het me net iets te onhandig lijkt om met de camera van de laptop tegen het oculair te staan klooien.

Aan het raam kleeft zo’n zelfklevende vliegenval, waaraan vliegen en vliegjes blijven plakken in plaats van zich irritant en eindeloos tegen het raam te pletter te blijven vliegen. Dat is natuurlijk een vanzelfsprekend onderwerp om aan de microscoop te… euh… onderwerpen (klik op foto om te vergroten):


Stuifmeel van akelei:


Vandaag kroop er een huisstofmijt op de arm van m’n levenspartner, wat natuurlijk een mooie gelegenheid was om zo’n beestje onder de microscoop te leggen. Ik nam snel een klein stukje doorzichtige tape, en plukte daarmee zachtjes het beestje van de arm. Tegen beter weten in, alsook tegen het advies van de partner, toonde ik de beelden aan onze dertienjarige dochter die een halve insectenfobie heeft (klik op foto om te vergroten):

Ik zweeg gelukkig wijselijk over het gemiddelde aantal van die diertjes dat een doorsnee matras huisvest, dus ze komt het wel te boven. Omdat ze toen net een ‘velleke’ van haar been trok, na een in het buitenland opgelopen bescheiden geval van zonnebrand, en om de aandacht enigszins af te leiden van de gruwelijke voorgaande beelden, gooide ik dat ook maar onder het objectief:

die huidporiën!

Groeten,
Guy

Note to self: ik wil zeker eens een beerdiertje vinden en bekijken onder de microscoop. Geweldige diertjes zijn dat.

Toevoeging 20/11/2021:
Er zitten bladluizen op het peperplantje dat al drie jaar in huis staat. Het blijkt om de groene perzikluis te gaan. (klik op foto om te vergroten)