bricoleren

Vorig jaar begon ik voor het eerst met peper, paprika, tomaten en ander spul zelf vroeg in het jaar voor te zaaien, en daartoe gebruikte ik allerlei afvalspul om dit zo goedkoop mogelijk te doen, en nog liefst van al zo gratis mogelijk. Noem het ecologisch bewustzijn, creatief met afval, of voor mijn part ordinaire gierigheid. Ik, van mijn kant, hou het liever op een combinatie van de drie, al is het ook een beetje een sport. Wanneer ik materiaal, dat door mentaal gezonde mensen doorgaans zonder veel omhaal in de vuilbak gekieperd wordt, gebruik als alternatief voor iets wat je voor een halve appel en geen enkel ei kan kopen in iedere doe-het-zelf zaak of plaatselijk tuincentrum, dan voelt dit ook een beetje aan als een minieme doch lovenswaardige overwinning op de meedogenloze wegwerpmaatschappij en bij uitbreiding op diens kapitalistische uitwassen. Van dit soort zelfoverschattende overdrijvingen is nog nooit iemand doodgegaan, vermoed ik. Maar goed, zoals je kan nagaan in “plastieken brol” had ik een hele mikmak van plastieken potjes, wc-rolletjes en andere potentieel nuttige voorwerpjes verzameld, teneinde daarin zaadjes tot ontkieming te brengen.

Dat werkte allemaal wel, en zoals wel vaker het geval is: het ene al beter dan het andere. Op een jaar tijd ziet een gemiddeld huisgezin echter veel meer plastiekafval passeren dan goed is om lang bij stil te staan, en dienen talrijke mogelijkheden zich aan om de verzameling potjes te upgraden tot een coherenter en tevens praktischer geheel. Ik wil enkel de zaaibakjes overhouden die hoog genoeg, stevig genoeg, en goed stapelbaar zijn, en dus hield ik even kuis. Het toeval wou dat precies in die week de PMD-ophaling de P+MD-ophaling werd, en mochten er meer soorten potjes en folie ter recyclage aangeboden dan voorheen. Bijgevolg kon ik met een gerust gemoed een heleboel voormalige kweekpotjes weggooien.

Wat me vorig seizoen geregeld ambeteerde, was dat ik geen fatsoenlijke voorziening had om teelaarde in de wc-rolletjes te doen, de wc-rolletje-zaaisels te verspenen in een klein potje, en voor andere gelijkaardige bezigheden. Telkens zat ik gehurkt in de aarde te wroeten, en bij gebeurlijke last aan de knieën ging ik op een speelgoedkrukje zitten, wat het evenwel nog steeds niet comfortabel maakte. De zaaisels stonden in de serre ook op de grond. Echt praktisch was dat toch niet allemaal.

Je kan natuurlijk daartoe bestemde tafeltjes kopen, maar ja, kopen… Ook zijn die dingen steevast te groot om in m’n piepkleine serre te zetten. Zo’n tafeltje zou zonlicht afnemen van de planten op de grond en in de weg staan van opgroeiende tomaten. In een boekje van VELT, dat ik even te leen had van m’n schoonvader, moestuinier op jaren, zag ik evenwel plots het licht in de vorm van een tip: een tafeltje hoeft geen vast tafelblad te hebben. Soms kan een mens zich dom voelen: waarom had ik daar zelf nog niet aan gedacht? Ik heb dan maar iets in mekaar geknutseld met enkele restjes panlatten en andere overschotjes. Het heeft geen tafelblad, en alles wat ik nodig heb kan tijdelijk bij wijze van tafelblad op/in het frame geplaatst worden, op twee niveau’s. In de zomer blijft het frame gewoon staan. De planten kunnen dan door de tafel heen groeien, en wat ik dan nog in potjes zaai, hoeft ik niet op de grond te zetten.

Groeten,
Guy

Toegevoegd op 23/01/2021:
Volgende foto’s laten zien hoe het tafeltje het hele jaar in de serre blijft staan en de planten ongehinderd erdoor kunnen groeien, terwijl het toch nog kan gebruikt worden om zaaigoed op te zetten.

2 gedachten over “bricoleren

  1. Je hebt eens gevraagd naar een goede gele framboos. Wat is je adres? Ik had dat ook al gevraagd via een direct bericht op Twitter. Vr gr Karel Martinet.

    Like

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.