zaagbok #klustips #creatiefmetafval

Het was de laatste dagen geen weer om een hond door te jagen, laat staan een beminnelijk man als mezelf, dus ik heb me enige tijd in relatieve ledigheid binnenshuis schuilgehouden. Twee weken geleden was het echter prachtig lenteweer. Het leek alsof de natuur het beu was om opnieuw op te tornen tegen de opwarming van de atmosfeer, elk jaar met minder succes, en dan maar gemakshalve besloten had om de winter dit jaar volledig over te slaan. Ideaal weer om hier en daar wat te snoeien, dat wel. De beukjes naast de serre waren te groot geworden en namen ’s zomers teveel licht af van m’n serreplantjes (dat vermeldde ik hier al eens). Die boompjes heb ik nu een meter of drie ingekort.

In de kippenren stonden een krulwilg die tot op de stam gesnoeid mocht worden en een meidoornboom waarvan ik enkele grote takken wou verwijderen.

prachtige meidoorn in april

Zo’n meidoorn wordt een prachtig bloeiende boom, maar een aantal takken hinderden de vlakbij staande notelaar. Na een weinig zweet, maar bloed noch tranen, lag de hele boel vol met grote en kleine afgezaagde takken. De kleinste takken en twijgen gingen in het hakselaartje.
Wat hebben we daarbij geleerd? Dat takken van krulwilg en meidoorn klotedingen zijn om in zo’n kleine hakselaar te stoppen. In principe kan het ding  takken met een diameter tot 45 mm tot bruikbaar frut vermalen – als we het instructieboekje tenminste mogen geloven, wat ik overigens maar zelden zonder voorbehoud doe. Takken boven 20 mm gebruik ik als aanmaakhout, dus al wat resteerde waren dunnere takjes en twijgen van minder dan twee centimeter dik. Maar takken van krulwilg zijn zo …euh… gekruld dat je ze helemaal niet vlot kan invoeren in zo’n hakselaartje, en ook takken van meidoorn zijn verdomd grillig. Dat ging allemaal veel minder vlot dan verwacht. Toch had ik uiteindelijk een mooie hoeveelheid gehakseld spul om bijvoorbeeld rond de frambozen aan te brengen, en tussen m’n bessenstruiken. De grootste takken en stammen ging ik te lijf met de kettingzaag. Nu weet iedereen die al ooit met een kettingzaag gewerkt heeft, dat het te zagen spul maar best zo stevig en veilig als mogelijk ligt. Zoals op een zaagbok dus, maar die had ik niet. Ik had wel nog enkele stevige ruwe maar rechte planken van een houten wegwerppallet. En dus heb ik zelf een opvouwbare zaagbok gemaakt.
Zoiets is eigenlijk vrij eenvoudig en snel in mekaar gevezen.

Waarom afvalhout gebruiken en geen stevig metalen zaagbokje kopen?
– goedkoop: iedereen kan wel ergens gratis aan een geschikt wegwerppallet geraken
– het kan geen kwaad als je eens abusievelijk met de kettingzaag de zaagbok raakt
– ecologisch: afvalrecuperatie in plaats van nieuwe grondstoffen gebruiken

Wat heb ik gebruikt?
– drie planken van 76 cm
– 6 planken van 100 cm
– drie bouten (M6, M8… naargelang beschikbaar)
– vier borgmoeren (of meer)
– twaalf (of meer) rondellen
– een fietsrekker (=snelspanband)
– een stuk draad
– enkele schroeven
Natuurlijk kan je afwijken van de afmetingen die ik gebruikt heb.


Wat is belangrijk?
– de V bovenaan moet groot genoeg zijn zodat ook dikkere stammetjes goed vast zitten
– de opbouw is niet per se symmetrisch omdat je aan (minstens) één zijkant  stukken van 30 à 40 cm wil overhouden die voldoende steun moeten hebben
– de zaaghoogte moet op een comfortabele en veilige hoogte zijn, dus zeker niet te hoog
– als er geen tweede persoon is om de takken vast te houden, voorzie je best iets om de takken ietwat vast te klemmen
– enkele rondellen tussen de scharnierende planken zodat ze niet tegen mekaar blokkeren bij het ‘werken’ van het hout
– rekening houden met de beschikbare opbergruimte

Hoe is het gemaakt? Welja, zie de foto’s:

Eenvoudig trucje om de poten gelijk met de grond af te zagen:

Of ik de enige ben die op dat idee kwam? Banee gij! Zie bijvoorbeeld HIER.

Groeten,
Guy

creatief met afval: voederplankje voor kleine vogeltjes

De ene ziet een afgedankte braadpan om naar het containerpark te brengen, de andere ziet een mooi drinkbakje voor tuinvogels.  Het zal niemand die me kent verbazen dat ik tot de tweede categorie behoor. Dus toen er vorig jaar een klein versleten braadpannetje afgedankt werd, werd het een vogeldrinkbakje. Het handvat werd losgeschroefd en vervangen door een metalen verbindingsstukje om gemakkelijk stevig ergens aan te kunnen bevestigen.

Ik veronderstel dat menig vogel mij hiervoor dankbaar geweest is, tijdens de hete en uiterst droge zomers van de laatste jaren. Sedert de lente van 2018 hebben we hier geen water meer in de gracht gehad – en al twee jaar niet één enkele kikker meer gezien.  (Ook veel andere grachten en poelen die belangrijk waren voor nogal wat dieren, droogden in 2020 voor het eerst op.)
Anyway, ik begluur de vogels die soms komen drinken met m’n wildcamera:

Nu heb ik ook een voederplankje gemaakt voor vogels. Probleem was echter dat hier ontzettend veel kauwen en eksters zitten, en als je die niet weghoudt, dan is eender welk voer je daar legt binnen de zestig seconden volledig opgevreten en krijgen de kleintjes geen enkele kans meer. (Ik heb eerder ook de afscherming van het kiekenskot moeten aanpassen, omdat anders heelder kolonies van dat soort vliegende ratten al het kiekeneten opschrokken.)
Vandaar volgend ontwerp, dat ik vandaag gemaakt heb van (moet ik het nog zeggen?) afvalhout en een stukje ‘draad’ dat ik nog op overschot had.

Het onderste platformpje kan je eenvoudig kantelen en eruit halen, mocht dat nodig zijn. Ik heb géén idee of het zal werken zoals ik voor ogen had.  Gemorste zaadjes komen bij de kiekens terecht, en blijven dus niet liggen voor ratten en muizen.

Ik heb er alvast een soort voederstok in gehangen, met openingen waarin zaadjes zitten. Dat had ik vorige winter al gekocht met een cadeaucheque van een tuinzaak, die ik toen voor m’n 50ste verjaardag gekregen had. Maar aangezien het hier vorig jaar de hele winter gesneeuwd noch noemenswaardig gevroren heeft – wat ik trouwens m’n hele leven nog niet meegemaakt had – heb ik het vorige winter niet opgehangen. Je moet wilde dieren nu ook niet té hard verwennen – ze moeten hun overlevingsskills tenslotte behouden, of ze daar nu zin in hebben of niet.

Groeten,
Guy

Toevoeging 29/11/2020:
De mezen hebben het al snel gevonden:

Toevoeging 03/12/2020:
… en de ratten ook!

Daar moest onmiddellijk iets aan gedaan worden. Ik vreesde wel dat er vroeg of laat een rat zou opduiken bij het voederplankje. Het was dus vroeg. Ratten zijn in onze omgeving moeilijk helemaal te vermijden, en wanneer ze ergens een vaste bron van voedsel vinden, dan beginnen ze daar ook te nestelen en te kweken.

Het ding is nu bevestigd op een gladden metalen buis die aan de onderkant nog eens extra glad gemaakt is met een smeermiddel. Er is nog een stukje prikkeldraad rond de buis onder het voederplankje gewikkeld (buiten het bereik van de kippen die daar ook rondlopen), want waarom niet? Benieuwd of dit effectief genoeg zal zijn.

Waarvoor die takken bovenop dienen? Er foerageren winterkoninkjes op de plaats waar dit staat. Die gaan niet graag op een voederplankje zitten. Op de vorige locatie heb ik geen enkel winterkoninkje op de voederplank gezien. Winterkoninkjes zoeken hun eten liever dicht bij de grond en liefst beschut tussen struikgewas. Ik hoop om ze op die manier te lokken. Geen idee of dit zal werken – ik doe maar wat. De wildcamera hangt alvast klaar!

Toevoeging 04/12/2020:
Yes! Een heggenmus(?), een verder vooral veel koolmezen.

Toevoeging 05/12/2020:
Na het opduiken van die rat heb ik een batterij rattenvallen geïnstalleerd.
En jawel, met succes: ***DISCLAIMER: this image may show graphic content***
(Die vallen zijn fataal voor ratten, maar zijn volledig veilig voor de kippen of voor andere nieuwsgierige dieren. Daarover later eens meer.)

Het beest was van plan om in de kippenren te blijven wonen en had daar al een hol gegraven. De vallen blijven dus nog even paraat staan, en voortaan haal ik het vogelvoer elke avond weg.

Later toegevoegd:

Uiteindelijk heb ik het voederplankje aan een tak opgehangen. Dat bleek veel eenvoudiger te zijn, en buiten het bereik van ratten.

creatief met afval: ‘steampunk’ monitor

Ik pruts dus graag met allerlei rommel om er iets nuttigs van te maken. Huishoudelijke apparaten doen hier doorgaans dienst tot ze niet meer te redden zijn, wars van hippe trends of opdringerige technologische vernieuwing. Zo ook de vorige laptop, maar iets op het moederbord gaf er uiteindelijk toch de brui aan. De harde schijf was nog bruikbaar, alsook het scherm. De RAM krijg je niet meer in een moderner toestel geramd.
Aldus werd de schijf een externe harde schijf, die ooit een nog niet nader bepaald doel zal dienen.

Het scherm bezorgde me wat meer ouderwets knutselplezier, en werd een extra monitor voor de nieuwe laptop, met behulp van restjes hout en een vanuit de Chinese Volksrepubliek verscheept stukje elektronica. Iemand noemde het resultaat “very steampunk. Ik had daar zelf niet aan gedacht, maar er is inderdaad iets van aan.

Je kan dat eigenlijk met elk laptopscherm doen. Het scherm voorzichtig uit de behuizing halen, kijken welk type het is, op het wereldwijde web een geschikte controller voor het scherm zoeken, en knutselen maar. Ik vind het handig om het tweede scherm boven m’n laptop te hebben, maar het houten frame is zo gemaakt dat het scherm ‘redelijk’ gemakkelijk ook in een lagere positie kan gemonteerd worden, zodat je het naast de laptop kan plaatsen in plaats van erboven. Het scherm is ook horizontaal kantelbaar naar boven of naar beneden, zodat je steeds de juiste kijkhoek hebt.

Een tweede beeldscherm is bijzonder handig bij sommige bezigheden. Eenmaal je het gewend bent… En toen ging vrouwlief ermee lopen, wegens COVID-19 gerelateerd thuiswerk, want zo’n tweede scherm vond ze zelf ook wel best handig. Vandaag mocht ze evenwel op haar reguliere werkplek een extra monitor halen, en dus heb ik m’n gebricoleerde schermpje alvast teruggevorderd.

Een laptopscherm heeft geen eigen controller. Die zit op het moederbord van de laptop, dus moest er een beeldschermcontroller voorzien worden. Die controller heb in een oud sigarendoosje ingebouwd en met velcro bevestigd aan het frame. Wel even voorzichtig zijn bij het losmaken en bevestigen van de nogal delicate connectie van de LVDS-kabel. De elektrische voeding is gemaakt van de voeding van de gesneuvelde laptop, weliswaar met een step-down module ertussen. Die module zit voorlopig in een doosje waar ooit schroeven in zaten. Dat is in afwachting tot ik iets stevigers vind, want dat doosje op de vloer is niet echt ‘voetbestendig’.

Zelf heb ik van het bouwen helaas geen foto’s gemaakt, maar op het internet vind je allerlei ideeën en tips om van zo’n oud laptopscherm een monitor te maken.
Ook wie de beschikking heeft over een 3D-printer die groot genoeg kan printen, kan daar vast bijzonder originele schermbehuizingen en -staanders mee maken.

Jááá, ik weet dat een kant-en-klare monitor helemaal niet ontzettend veel kost, en tweedehands kan je zeker voor weinig geld een exemplaar op de kop tikken. Maar hey, wat is daar nu voor fun aan?

Groeten,
Guy

En toen was er licht. (Genesis 1:3)

In het prille voorjaar, en zeker des winters, zijn de dagen nog kort en hebben we minder zonlicht. Te weinig zonlicht voor plantaardig spul dat bij voorkeur in tropische streken goed gedijt, maar dat we desondanks ook hier graag op ons bord en in de lochting hebben. Aangezien de truuk met de uitspraak Laat er licht zijn bij gewone stervelingen niet werkt zoals bij creaturen van meer goddelijke aard, moeten we onze toevlucht nemen tot aardse wijzen indien we pril plantgoed wat extra licht willen geven.

In een eerder stukje over m’n kweekbakje had ik het al over een amateuristisch in malkander geprutst groeilampje. Intussen heeft dat lampje een kleine upgrade gekregen met stukjes LED-strip.

In een creatieve bui kreeg ik het idee om een kapotte bureaulamp, die in m’n tuinkot al jaren stond te wachten op een herstelling die er misschien nooit zou komen, om te vormen tot een groeilamp. Zo gezegd, zo gedaan, ik gooide me op het Wonderbaarlijke Web van Wijsheid teneinde me goed te informeren, en ik bestelde deze LED-strip.

Made in China uiteraard. Dichtbij wordt zoiets niet meer gemaakt. Wat produceren betreft is onze eigen economie immers sterker in het uitbesteden van productie naar landen waar lage lonen gebruikelijk zijn, in tegenstelling tot gezonde arbeidsomstandigheden of vakbonden en al dat soort links poco gutmensch-gedoe voor deugpronkers. (Ik ontleen deze termen even uit het geïnspireerde vocabularium van personages die op sociale media veel te luid toeterend kond doen van hun heel erg rechtse wereldvisie, alsof hun leven ervan af hangt. Volgens hen is dat ook echt zo, in hun enge parallelle universumpje, want zij menen dat zogenaamde islamisering, omvolking en ontvolking ons eerder bij de ondergang van het avondland zullen brengen dan linksige prullen als klimaatverandering.)
Kinderarbeid, die vaak ook gewoon slavernij is, lijkt slechts een bijkomstigheid, zolang de winstmarges en de beurskoersen maar stijgen. Onze superieure normen en waarden, volgens sommigen. Tot we dan plots heel dringend heel veel mondmaskers nodig hebben en China ze zélf nodig heeft. Maar genoeg gezeurd over politiek, daar bestaan voldoende andere media voor, en vast zelfs veel te veel. De lamp dus. Het resultaat is best ok. Je kan de lamp draaien en keren en kantelen zoals je wil, en nog veilig ook, want met een laagspanning van 12VDC valt weinig onheil aan te richten. (klik op de foto’s om te vergroten)

De kritische lezer, ook al is die bij deze blog nogal virtueel, zal zich misschien afvragen “Allemaal goed en wel, maar heeft zulke bricolage wel zin, en met die Chinese rommel en al?” Wel, de eerste versie van de ledjes in het kweekbakje was merkbaar een succes van bij het allereerste gebruik bij de pas ontkiemde peperzaadjes, al zal de extra verwarming ook wel flink deugd gedaan hebben. De jonge plantjes groeiden veel beter dan vorig jaar, toen ze gewoon op de vensterbank stonden. Ze hadden ook minder de neiging om zich langgerekt naar het raam te buigen, evolutionair gedrild om op zoek te gaan naar meer licht. Met behulp van een timertje dat hier nog ergens in een schuif lag, kregen ze extra licht van 8:00 tot 21:30 uur. De grotere groeilamp had het effect dat planten die 40 cm van het zonnige raam vandaan stonden, zich zelfs eerder naar de lamp richtten dan naar het raam. Het eindresultaat is dat m’n pepers en paprika’s nu meer dan dubbel zo groot zijn als rond deze tijd vorig jaar. Ze hebben flink wat voorsprong opgebouwd. Volgend jaar ga ik ze later zaaien.

Eerder deze week verhuisde ik al enkele tomatenplantjes naar de serre, en morgen komt een bevriende moestuinier, wiens peperzaaisels dit jaar geen enorm succes bleken te zijn, enkele peperplantjes halen die ik op overschot heb. De kritische lezer van daarnet vraagt zich nu wellicht af of dat wel verstandig is, met die coronamaatregelen en zo. Welnu, de bevriende moestuinier in kwestie is behoorlijk werkzaam in de medische sector, het soort lui waarvoor vrouw- en dochterlief soms in het ijle staan te applaudisseren aan de voordeur, nietsvermoedende voorbijrijdende fietsers danig in de war brengend. Die weet dus wel van wanten, zo qua voorzorgen en vieze ziektes en besmettingsgevaar. Bovendien zal hij de woonstede niet betreden, houden we afstand en zijn we niet zinnens om elkaar in het gezicht te spugen.

Het zal dus stilaan minder druk worden aan de vensterbank, vermoedelijk tot opluchting van een geliefde huisgenote die de huiselijke omgeving graag wat properder heeft, en minder volgestouwd met divers plantgoed. Er wordt niet noemenswaardig over gezeurd en gezaagd, daar niet van, m’n hobby wordt me volkomen gegund, maar ik ken mijn pappenheimers wel een beetje. En het raam is zichtbaar aan een wasbeurt toe, een taak die ik gaarne spontaan op mij zal nemen bij wijze van wiedergutmachung. Soms ben ik de grootmoedigheid zelve, al ga ik daar niet opzichtig over opscheppen, want tenslotte ben ik soms ook de bescheidenheid zelve.

Groeten,
Guy


Toevoeging 19/01/2021
Mogelijks stelt iemand zich de vraag “jamaar kost dat niet veel aan elektriciteit, die extra verwarming dag en nacht, en die verlichting die vele uren per dag brandt?”
Nu wil het geval dat ik een cijferman ben. Geef me eender wat en ik begin te tellen. Én ik heb een energiemeter waarmee je elektriciteitsverbruik vrij nauwkeurig kan meten.

energiemeter

Het totale elektriciteitsverbruik (licht + warmte), van 14 januari tot 10 mei, was 66 kWh, wat concreet een extra elektriciteitskost van 17,5 euro (incl. alles) betekende.
De verlichting werkt met een timer. Op heel zonnige dagen schakel ik in de namiddag de extra verlichting enkele uren uit. (misschien kan ik dat nog automatiseren met een lichtsensor)
De verwarmingsmatjes hangen aan een thermostaat, die de verwarming uitschakelt wanneer de zon de kweekbakjes tot boven een bepaalde temperatuur verwarmt.
De bakjes, energiemeter, de thermostaat en de timer zijn allemaal spullen die ik al had, en waren geen extra kost.
De LEDjes, weerstandjes, LED strip, transfo, de twee verwarmingsmatjes en de temperatuursensor waren een eenmalige kost van samen 55,36 euro, en zal ik meerdere jaren kunnen gebruiken.

2020

Het jaar 2020. We zijn reeds 20 jaar voorbij het magische jaar 2000, het jaar dat in mijn kinderjaren stond voor de verre toekomst. Het jaar waarin de wetenschap en de vooruitgang honger en armoede uit de wereld geholpen zouden hebben, waarin asbest alles brandveilig zou gemaakt hebben, waarin we allen zouden rondzoeven in vliegende wagens op atoomkracht, de wonderbaarlijke energiebron die de menselijke beschaving tot ongekende hoogtes zou tillen. Een onuitputtelijke energiebron die ook wel goed van pas zou komen bij de nieuwe ijstijd die er misschien wel zat aan te komen. Het draaide ietwat anders uit. We zitten reeds een volle twintig jaar in die toekomst, maar de mensheid maakt er nog steeds een onwaarschijnlijke rotzooi van. Don’t get me started over ijstijden of atoomkracht. Het was zelfs niet zeker of we de millenniumbug goed zouden doorstaan, laat staan de koude oorlog, met al onze wetenschap en vooruitgang.

Voor mij persoonlijk was 2019 in ieder geval een jaar van enorme vooruitgang. In 2018 was het nog geen uitgemaakte zaak of ik 2019 zou halen, maar hupla, een nieuw stel longen, en hier zitten we dan. In 2019 ben ik weliswaar tientallen keren naar een ziekenhuis gegaan, maar geen enkele keer was dat niet voor geplande controle of revalidatie. Ik ben geen enkele keer ziek geweest. Vreemd hoe snel een mens dat terug de normaalste zaak van de wereld vindt. De menselijke geest is een wonderlijk iets. Ik neem nog steeds een gigantische hoop medicijnen, op dit ogenblik 118 pilletjes per week. Wanneer je zo’n hele apotheek moet innemen, blijf je natuurlijk niet vrij van enige (momenteel gelukkig eerder beperkte) bijwerkingen. Maar hey, hoor je mij klagen?

Min werkgever (ja, ik heb nog steeds een werkgever) zit niet echt te wachten op mijn terugkeer. Ik vernam dat er in 2020 flink bespaard moet worden. De kans dat ze me opnieuw een loon willen uitbetalen om… ja, om wat eigenlijk te gaan doen? Mijn job is in stukjes gehakt en onder een zevental mensen verdeeld. Ik zou ook fysiek en mentaal bijlange nog geen volwaardige job aankunnen, vrees ik. Voorlopig blijven we maar rustig in de hangmat van de sociale zekerheid liggen. Thuis blijf ik wel bezig met allerlei klusjes en huishoudelijk gedoe, ik heb me nog geen seconde verveeld.

Eén van die klusjes die ik deze week deed, betrof het comfortabeler maken van de hometrainer. Ik wil echt wel opnieuw gemakkelijker korte afstanden kunnen fietsen. Tot aan de bakker, de plaatselijke supermarkt of de halte van tram 20 in Zwijnaarde geraak ik wel, maar het is vrij zwaar en er mag geen al te sterke tegenwind staan of ik geraak niet vooruit. Het ontbreekt me gewoon nog aan spierkracht. Tijdens het ter plaatse trappelen beluister ik graag muziek via de tablet, of gebeurlijk eens een podcast. En zo leek een houdertje voor een tablet aan het stuur van de nepfiets wel een goed idee. Ik moest immers altijd stoppen om een muziekje te zoeken of een reclame boodschap op Youtube te skippen. Ach, het stelt niet veel voor, maar een mens is er toch een tijdje zoet mee. Zoals vaak is denken over hoe je het gaat doen, met zoveel mogelijk gebruikmaking van brol die in het tuinhuis stof ligt te vergaren, al de helft van het werk. Ik diende enkel de beugeltjes te kopen.

Het is vandaag al bijna eind januari, dus we zijn ook al volop bezig met de nieuwe peperplantjes, in kweekbakjes die zelf ook een leutig werkje waren. Alsook heb ik nog een peperplant van vorig seizoen, die in huis overwinterde. In november begon die plots te bloeien en heb ik alle bloeiende takjes weggesnoeid. De laatste rode pepertjes plukte ik in december, waarna ik de plant verder insnoeide. Het plantje ziet er goed uit. Ik ben benieuwd wat dit in 2020 zal geven.

Groeten
Guy

mega-super-de-luxe kweekbakjes

Ik had het al eens vermeld in m’n voorlaatste stukje, maar ik heb dus nieuwe kweekbakjes. Het stelt allemaal niet veel voor, maar ik heb toch iets in mekaar geknutseld dat hopelijk properder en efficiënter zal zijn dan het geklooi van vorig jaar. Ik had al even uitgekeken om een bescheiden propagator te kopen, maar dat bleek allemaal spul te zijn dat ik eigenlijk evengoed zelf in mekaar kon flansen, veel goedkoper, met gebruikmaking van spul dat ik toch al heb.

Vorig jaar zaaide ik de zaadjes van peper, paprika en tomaten in plastieken spulletjes bovenop de radiator. Erg warm warm overdag, maar slechts een graad of vijftien op een koude ochtend. Het werkte best goed, en de meeste zaadje ontkiemden binnen de één à twee weken, maar dat moest toch op een meer gecontroleerde manier kunnen zonder onnozele kosten te doen. Uiteindelijk kan je in de maand mei degelijke tomatenplantjes aan nog geen anderhalve euro per stuk kopen.
Ik vond twee kleine opbergboxen met deksel, van transparant plastiek, die ooit voor weet-ik-veel-wat dienden. Ik had nog wel ergens een temperatuurcontroller liggen, en ik wou ook wel wat experimenteren met LED’jes.

Wat kocht ik nieuw? LED’jes had ik al eerder gekocht had, onder andere voor een upgrade van m’n insectenval. Ik vond op het WWW ook twee kleine verwarmingselementjes die vooral bedoeld zijn als warmtebron in terraria en zo. Het is eigenlijk belachelijk hoe goedkoop sommige spullen ‘made in China’ zijn.

Die temperatuurcontroller had ik ooit uit één of ander afgedankt apparaat op het werk gesloopt, en had ik eerder in een bakje met een contactor en een stopcontact gemonteerd. (Ik heb dit jaren geleden gebruikt om een oude elektrische olieradiator met defecte thermostaat aan te sturen, toen ik mijn huisje begon bewoonbaar te maken, en ik – in die periode als vrijgezel – in koude wintermaanden soms in dat huisje bleef overnachten) Dit kon perfect dienen als temperatuurcontrole en extra veiligheid. Niet dat het te verwachten viel dat de temperatuur met die lichte verwarmingsmatjes met een elektrisch vermogen van ochottekes 7 Watt geweldig de pan zou uitswingen, maar toch.

Dit is dus het resultaat. Ik hoop dat in het ontkiembakje een temperatuur van 30°C zal bereikt worden (de ideale kiemtemperatuur van peperzaadjes is 25 à 30°C), maar een gulle 28 à 29°C zou ook al ruimschoots volstaan.

Het tweede bakje is eveneens voorzien van een beetje verwarming, maar ook van een poging om extra licht te voorzien, bestaande uit LED’jes met de kleuren infrarood, rood, blauw en ultraviolet, alsook een aantal witte LEDs. De dagen zijn in de maanden januari en februari immers nogal kort om tropische planjes tevreden te stellen. Deze verlichting wordt elektrisch gevoed met de 12VDC van een defecte tv-decoder. De decoder werd teruggestuurd naar Proximus, maar de netstroomadapter heb ik wijselijk voor mezelf gehouden. (Een ‘milde anarchist’ noemde een jurylid me ooit, na een spreekbeurt die deel uitmaakte van een sollicitatieprocedure bij het provinciebestuur Oost-Vlaanderen, voor een functie als ‘wetenschappelijk medewerker geluid’. Wellicht had ik even weinig kans gemaakt op deze job, als ik niét geantwoord had ‘Wel, da’s beter dan een WILDE anarchist zeker?’ Maar dit volkomen terzijde.) Die regelbare labovoeding op de foto diende maar om het eens uit te testen, in afwachting van het ter beschikking komen van dit alternatief.

En of dit allemaal zal werken zoals verhoopt? Weet ik veel. Ik ben geen helderziende; en ik zit maar wat amateuristisch te klooien. Ik zal het in ieder geval laten weten.

Nog enkele details – boeieeeuh!:

Groeten,
Guy

Toevoeging 11/02/2020:
Zoals je op de laatste foto kon zien, steekt in elk wc-rolletje een klein label met vermelding van welk plantje het is. Dat zijn kleine kabelbindertjes (‘tie wraps’). Ik had er daarvan nog een klein aantal met zo’n handig labeltje waarop je iets kan schrijven. Aangezien dat wel handig bleek te zijn hiervoor, heb ik maar een extra voorraadje ingeslagen. Dat kan je spotgoedkoop op de kop tikken. Ik vond ze voor een kleine tien euro voor 200 stuks, incl. levering.


Update 28/03/2020:
Na twee en een halve maand onafgebroken in gebruik te zijn, is er een klein probleempje opgedoken in m’n ontkiembakje, en het was eigenlijk te verwachten. De combinatie hoge temperatuur en luchtvochtigheid van 100% zorgden voor schimmel. De wc-rolletjes beschimmelde opeens snel en er hing een muffe geur. Dan maar de hele boel eens goed gereinigd en van verluchting voorzien:

bricoleren

Vorig jaar begon ik voor het eerst met peper, paprika, tomaten en ander spul zelf vroeg in het jaar voor te zaaien, en daartoe gebruikte ik allerlei afvalspul om dit zo goedkoop mogelijk te doen, en nog liefst van al zo gratis mogelijk. Noem het ecologisch bewustzijn, creatief met afval, of voor mijn part ordinaire gierigheid. Ik, van mijn kant, hou het liever op een combinatie van de drie, al is het ook een beetje een sport. Wanneer ik materiaal, dat door mentaal gezonde mensen doorgaans zonder veel omhaal in de vuilbak gekieperd wordt, gebruik als alternatief voor iets wat je voor een halve appel en geen enkel ei kan kopen in iedere doe-het-zelf zaak of plaatselijk tuincentrum, dan voelt dit ook een beetje aan als een minieme doch lovenswaardige overwinning op de meedogenloze wegwerpmaatschappij en bij uitbreiding op diens kapitalistische uitwassen. Van dit soort zelfoverschattende overdrijvingen is nog nooit iemand doodgegaan, vermoed ik. Maar goed, zoals je kan nagaan in “plastieken brol” had ik een hele mikmak van plastieken potjes, wc-rolletjes en andere potentieel nuttige voorwerpjes verzameld, teneinde daarin zaadjes tot ontkieming te brengen.

Dat werkte allemaal wel, en zoals wel vaker het geval is: het ene al beter dan het andere. Op een jaar tijd ziet een gemiddeld huisgezin echter veel meer plastiekafval passeren dan goed is om lang bij stil te staan, en dienen talrijke mogelijkheden zich aan om de verzameling potjes te upgraden tot een coherenter en tevens praktischer geheel. Ik wil enkel de zaaibakjes overhouden die hoog genoeg, stevig genoeg, en goed stapelbaar zijn, en dus hield ik even kuis. Het toeval wou dat precies in die week de PMD-ophaling de P+MD-ophaling werd, en mochten er meer soorten potjes en folie ter recyclage aangeboden dan voorheen. Bijgevolg kon ik met een gerust gemoed een heleboel voormalige kweekpotjes weggooien.

Wat me vorig seizoen geregeld ambeteerde, was dat ik geen fatsoenlijke voorziening had om teelaarde in de wc-rolletjes te doen, de wc-rolletje-zaaisels te verspenen in een klein potje, en voor andere gelijkaardige bezigheden. Telkens zat ik gehurkt in de aarde te wroeten, en bij gebeurlijke last aan de knieën ging ik op een speelgoedkrukje zitten, wat het evenwel nog steeds niet comfortabel maakte. De zaaisels stonden in de serre ook op de grond. Echt praktisch was dat toch niet allemaal.

Je kan natuurlijk daartoe bestemde tafeltjes kopen, maar ja, kopen… Ook zijn die dingen steevast te groot om in m’n piepkleine serre te zetten. Zo’n tafeltje zou zonlicht afnemen van de planten op de grond en in de weg staan van opgroeiende tomaten. In een boekje van VELT, dat ik even te leen had van m’n schoonvader, moestuinier op jaren, zag ik evenwel plots het licht in de vorm van een tip: een tafeltje hoeft geen vast tafelblad te hebben. Soms kan een mens zich dom voelen: waarom had ik daar zelf nog niet aan gedacht? Ik heb dan maar iets in mekaar geknutseld met enkele restjes panlatten en andere overschotjes. Het heeft geen tafelblad, en alles wat ik nodig heb kan tijdelijk bij wijze van tafelblad op/in het frame geplaatst worden, op twee niveau’s. In de zomer blijft het frame gewoon staan. De planten kunnen dan door de tafel heen groeien, en wat ik dan nog in potjes zaai, hoeft ik niet op de grond te zetten.

Groeten,
Guy

Toegevoegd op 23/01/2021:
Volgende foto’s laten zien hoe het tafeltje het hele jaar in de serre blijft staan en de planten ongehinderd erdoor kunnen groeien, terwijl het toch nog kan gebruikt worden om zaaigoed op te zetten.