wat extra vogelvoer tijdens koude dagen: mezenbollen en spechtenstammen

Ik noem mezelf zonder al te veel schroom een dierenvriend – ik praat vaker tegen dieren dan ik in gezelschap durf toe te geven – en daarom zit ik niet alleen des zomers gedurig naar de onnozelste insectjes te turen, maar lok ik des winters ook al gaarne eens vogels naar m’n bescheiden tuintje. Dat doe ik door middel van het aanbieden van een voedzaam vogelbuffet, en desgevallend een portie vloeibaar water in tijden van vrieskou. Vogelvoer lukraak op de grond gooien zorgt steevast voor een hoop ruziënde eksters, kraaien en kauwen die alles bliksemsnel opschrokken en niks overlaten voor de kleintjes. De buurvrouw zet dagelijks een bord oud brood en etenresten neer, die door zulk gevogelte in een oogwenk soldaat gemaakt worden. Vermoedelijk praat die buurvrouw, een weduwe die kwiek de 90 nadert, nog meer tegen de dieren dan ik. Zelfredzaamheid sluit eenzaamheid geenszins uit. Elke woensdagnamiddag brengen we (ik of vrouwlief) haar ‘de boekskes’, haar twee favoriete weekbladen. Naar goede Vlaamse gewoonte staan de koffie en de koekjes al klaar, en luisteren we naar steeds weer dezelfde verhalen over vroeger. Niet zelden valt er een traan om haar bijna tien jaar geleden overleden echtgenoot.
Maar goed, we dwalen aanzienlijk af. De eksters, kraaien en kauwen die zich op haar dagelijkse bordje storten, zijn verder sterk en stoutmoedig genoeg om elders de rest van hun voedsel bij mekaar te harken. Daarom maakte ik een voederplankje dat enkel toegankelijk is voor de kleinere leden van het vogelrijk. Meesjes, vinken, roodborstjes en een stel heggenmussen maken er dankbaar gebruik van.  Het sporadische winterkoninkje en het koppeltje putters uit de directe omgeving wagen zich evenwel liever niet in het gaaswerk.
(klik op de foto’s om te vergroten)

Duiven, kraaien en kauwen kwamen wel gemorste brokjes snoepen, en haalden daarvoor soms acrobatische toeren uit, maar leerden snel dat het hoofdgerecht voor hen onbereikbaar is.

Mezenbollen in netjes hang ik nooit op. Mezen kunnen naar verluidt met hun pootjes verstrikt geraken in de netjes, en grotere vogels slagen er soms in om het hele ding ineens mee te nemen, zodat het plastieken netje ergens in de natuur terecht komt. Daar zorgt het niet alleen voor vervuiling, maar blijft het ook langdurig een gevaar voor dieren.  Een beter idee is – bijvoorbeeld – het ophangen van een houten stammetje met vogelvoer. Zoiets is redelijk eenvoudig zelf te maken door gaten te boren in een stuk dikke tak dat je ergens in een bos vindt, een stuk brandhout, of eender welk stuk (onbehandeld) hout. De gaten kan je vullen met een mengsel vogelvoer/(frituur)vet. Gebruik ongezouten vet, of vet met een zo laag mogelijk zoutgehalte. Ik gebruikte frituurvet van de Aldi. De verhouding zaadjes/vet kan je ongeveer 50/50 nemen, maar het is geen exacte wetenschap. Op het WWW lees je vaak dat je beter geen kippenvoer gebruikt, omdat dit te hard en te groot zou zijn voor andere vogels. (Nogal wat websites nemen zo’n dingen vaak even letterlijk als klakkeloos van elkaar over.) Ik durf dat ietwat te betwijfelen. Koolmezen spelen in ieder geval zonder probleem zonnebloempitten naar binnen, en wat ze niet lusten en op de grond laten vallen wordt wel opgegeten door duiven, kauwen of andere vogels – of door de kippen.
(klik op de foto’s om te vergroten)

In een vlaag van acuut enthousiasme – dat overkomt me wel vaker – overviel me de bedenking: waarom niet eens proberen om spechten te lokken? Ik had al geregeld spechten in de buurt gehoord tijdens hun schrijnwerkersbezigheden, maar nog niet vaak in de tuin gezien. Dus haalde ik m’n weerbarstige oude boormachine nog eens tevoorschijn, en een vlinderboor met geschikte diameter. In een groter stammetje dat zomaar tussen het brandhout lag, boorde ik gaten waarin je niet alleen vogelvoer kan stoppen, maar ook okkernoten (walnoten) kan vastklemmen. Onze notelaar gaf dit jaar een flinke opbrengst, en dat handvol noten zouden we niet missen. Het verbaasde me hoe snel een koppel grote bonte spechten het spechtenstammetje in de smiezen had. Die beesten hebben natuurlijk ook niks anders te doen dan heelder dagen te lopen zoeken waar er zoal iets te smikkelen valt. Een dag na het ophangen zag ik al een specht van de noten smullen. Tijdens de daarop volgende dagen zette ik m’n wildcameraatje ernaast, en voorzag ik het stammetje geregeld van verse noten. In de spechtenstam zitten ook gaten met zadenmengeling, zodat ook andere vogels er iets aan hebben.
(klik op de foto’s om te vergroten)

Ik maakte een filmpje waarin je een specht zo’n noot ziet openbeitelen. Wat een prachtige beesten zijn het toch. Het filmpje is te bekijken hier op YouTube.

Nog eenvoudiger is het om uitgebloeide zonnebloemen te laten staan, of in een bundeltje samen te binden, maar wanneer de winter eraan komt zijn de zonnebloempitten al allemaal verorberd. Je zou zo’n bundeltje kunnen bewaren tot de winter, en bijvoorbeeld pas ophangen wanneer het gesneeuwd heeft en vogels het meest moeite hebben met het vinden van voldoende voedsel om de winter door te komen.
(klik op de foto’s om te vergroten)

Groeten,
Guy


Merk je schabouwelijke spelfouten of onnozele onjuistheden op? Heb je vragen, opmerkingen of eigen ervaringen die je wil delen? Laat het gerust weten in de reacties!

zonnebloempittenbuffet

Ik begrijp waarom sommige mensen uitgebloeide zonnebloemen zo snel mogelijk afknippen en weggooien. Want dat is niet meer netjes, en wat moeten de buren wel denken van zulk een schabouwelijke verwaarlozing van hun leefomgeving?!  Ik knipte uitgebloeide zonnebloempitten ook wel eens af om aan de kippen te geven, maar uiteindelijk wordt dat residentieel pluimvee reeds alle dagen van het jaar verwend met een gevarieerde en vermoedelijk ook lekkere zadenmengeling.

Uitgebloeide zonnebloemen kunnen evenwel mooie tafereeltjes opleveren, en het organische materiaal kan je sowieso ook als grondstof beschouwen, in de plaats van als visueel hinderlijke vuiligheid.

Ik heb de uitgebloeide zonnebloemen te onzent laten staan, ten behoeve van rondfladderend gevogelte dat z’n reserves wil aanvullen, teneinde een barre winter zo heelhuids mogelijk te doorstaan. Winter is coming, en daar kan je je als klein warmbloedig beestje maar beter op voorbereiden. Omgewaaide zonnebloemen heb ik in bundeltjes opgehangen. De zonnebloempitten vormen nu al de hele herfst een aantrekkelijk buffet voor kool- en pimpelmeesjes. En de leeggepikte restanten mogen deze winter in m’n kleine lochtingske rustig vergaan tot voedingsstoffen voor de volgende generatie planten. Wellicht knip ik enkele stengels in stukken van een centimeter of vijftien, om te laten drogen als neststengels voor een nieuw bijenhotel.

Ik heb m’n wildcamera ingeschakeld om een en ander vast te leggen. Het volstrekt amateuristische karakter van de methode vertaalt zich helaas in een evenredig matige kwaliteit van de beelden, maar zoals iemand me op Twitter antwoordde “Zolang je kan zien wie er langsgeweest is, maakt dat allemaal niet uit, toch?”  En gelijk heeft ze. (Het helpt natuurlijk ook niet dat ik de beelden comprimeer, om binnen de grenzen van de opslagruimte van een gratis WordPress-account te blijven.)

Vooral koolmezen maakten gebruik van het zonnepittenbuffet, en af en toe een pimpelmees. (klik op de foto’s om te vergroten)

Vorige zondag zag ik dat de pitjes bijna allemaal op waren, en nam ik de camera voor de laatste keer weg. Hoeveel onscherpe beelden van een koolmees op een verwelkte zonnebloem wil een mens tenslotte hebben? M’n hart maakte een klein sprongetje toen ik op de laatste beelden deze grote bonte specht zag. Ja, die lustte blijkbaar ook wel een zonnebloempitje, en bij voorkeur een heleboel. Ik heb al meermaals een groene specht in de tuin gezien – en het onmiskenbare geluid van een specht aan het werk, timmerend aan een nieuwe woonst in een naburig bosje, was me vorige winter ook niet ontgaan. Het was evenwel de eerste keer dat ik een grote bonte specht in de tuin zag.

De allerlaatste foto die op de camera stond, is die van deze pimpelmees die in de camera haar beklag lijkt te maken over de gulzigheid van de vorige gast aan het zonnebloempittenbuffet: “Hey, heb je dat gezien? Die gozer heeft gewoon alles opgevreten!”

Groeten,
Guy